Over speldenkussens en speldendoosjes – hoe werden kostbare spelden bewaard?

Geplaatst door

over antieke speldenkussen en naalden

Er is allerhande zilveren naaigerei gemaakt. Echter, in Nederland zijn speldenkussens hierop een uitzondering. Als enig bekende Nederlandse voorbeelden van speldenkussens, zijn er de – slechts deels zilveren -speldenkussens die in de 18e en vroeg 19e eeuw in Groningen en Friesland gemaakt zijn.

Hoe ziet zo’n speldenkussen eruit?

De buitenkant van het speldenkussen is meestal overtrokken met zijde. De kern van het speldenkussen is gevuld met houtmot. Mogelijk zit er nog een steviger stof tussen beide om het houtmot goed te kunnen aandrukken zonder de zijde te beschadigen. Tenslotte gaat het geheel in een smal bandvormig zilveren montuur. De buitencontour van dit montuur is rond, ovaal of hartvormig. Uit overlevering blijkt dat de kussens uit Groningen rond waren en niet van vorm veranderden in de loop der tijd. In Friesland zijn de oudste kussens ook rond maar daarna ovaal en hartvormig. Deze vroeg zilveren monturen zijn ongemerkt, dus niet voorzien van zilverkeuren.

[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Antieke Friese speldenkussens met zilveren monturen

Friese speldenkussens

[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Schilderij met een dame met een chatelaine

Vendue huis der Notarissen den Haag, veiling maart 2019, kavel 145

toegeschreven aan Henry Leys 1815-1869

[/su_column][/su_row]

Aan de chatelaine

Het zilveren montuur van het speldenkussen heeft aan één kant een oog. Aan dit oog werd een ketting bevestigd; zo wordt het een onderdeel van een chatelaine. De chatelaine wordt aan de rokband vastgemaakt, een beetje aan de zijkant zodat je tijdens het lopen er geen last van hebt. Naast naaigerei hingen er ook wel sleutels aan de chatelaine. Deze sleutels waren bijvoorbeeld van de provisiekast of het theekistje. De huisvrouw bewaakte zo haar voorraad; het personeel kon er niet ongemerkt aankomen.

antieke zilveren speldenkussentjes

Engelse speldenkussens

Rond 1900 kwam in Engeland de productie op gang van prachtige, fantasievolle zilveren speldenkussens. Engels zilver is altijd heel duidelijk gemerkt met een jaarletter, zilvergehalte, meesterteken en plaats. Het stadswapen van Birmingham is een anker. Uit deze gegevens is op te maken dat het speldenkussen in de vorm van een hoed en van een bed uit Birmingham komen. Beide zijn gemaakt in dezelfde fabriek tussen 1905 en 1910. De vleugel is uit dezelfde periode en komt ook uit Birmingham, maar is gemaakt in een andere fabriek. De olifant is ook van Birminghamse afkomst maar is gemaakt door weer een andere maker  die als specialiteit dieren had.

De vis komt uit Chester, en dateert ook van begin 1900. Volgens de boeken komt het mandje ook uit Engeland, maar het is ouder. Dit mandje heeft een Nederlands herkeur, de “gebloemde V” die gebruikt is tussen 1814 en 1831. Bovendien heeft het nog een herkeur van na 1953.

Bijzondere vulling

De meeste van deze kussentjes hebben een harde vulling, namelijk emery powder. Dit “emery powder” is een heel fijn slijpsel van rotsen; het wordt ook wel zandpoeder genoemd. Het lijkt op de spikkels die op schuurpapier zitten. De reden voor het gebruik van dit bijzondere poeder is heel eenvoudig. Spelden waren in die tijd een kostbaar bezit, maar ze waren nog niet roestvrij. Door de spelden in deze bijzonder gevulde speldenkussens te steken – en ze met het gebruik er weer uit te halen – werden ze glad gehouden door het schuren van het emery powder.

Platte antieke speldendoosjes

Platte speldendoosjes

Naast de speldenkussens –waar de spelden dus handig rechtopstaand ingestoken konden worden – waren er ook speldendoosjes. De spelden lagen hier los in. Deze doosjes zijn in verschillende materialen vervaardigd.

Het zilveren doosje rechts voor is gemaakt door Martinus van Leeuwen uit Amsterdam in 1855, een veelzijdig naaigerei maker. Het achterste zilveren doosje heeft helaas een onleesbaar meesterteken maar zal uit dezelfde tijd zijn gezien de bloem & bladversiering. Deze ronde doosjes variëren van 3 tot 5 cm.

Het zilveren doosje in boekvorm is van Gerrit Regtdoorzee Greup uit Schoonhoven; het is gemaakt tussen 1864 en 1888. Dit doosje heeft als versiering een bloem in het midden met daar omheen een “stipgravure”. In dit geval zijn het 4 stippen in ruitvorm. Dit geheel wordt op regelmatige afstanden herhaald. Deze stipgravure is een veel voorkomende versiering.

Het parelmoeren doosje is Frans – parelmoer komt bijna altijd uit Frankrijk – maar het heeft ook het opschrift “épingles” (spelden). Het heeft een mooie kleine schelp als handgreep mogelijk is het Palais Royal.

Als bovenste op de foto staat een langwerpig doosje van ebbenhout. Dit speldendoosje heeft een schuifdeksel met een plaatje parelmoer erop; ook hierop het woord “épingles”. Het Tartanware is ook hier vertegenwoordigd, dit keer is het houten doosje versierd met de ruit van de Schotse clan Caledonia.

Tot slot een zeer bijzonder boekje – linksboven te zien op de foto. Dit boekje bestaat uit 2 parelmoeren plakjes met een rug en sluiting van zilver, beide ongemerkt. Er zitten dunne lapjes katoen in waar de spelden –  mogelijk ook naalden – in gestoken konden worden. Dit boekje komt uit de 18 de eeuw. In het boek “Klein Zilver” van de Heer Wttewaal staat een volledig zilveren exemplaar in hetzelfde model, ook afkomstig uit de 18e eeuw.

Spelden werden in de 18 eeuw nog handmatig gemaakt. Ze waren dus kostbaar en om die reden werden ze stuk voor stuk in de stof gestoken om ze niet te beschadigen.

antieke disc speldenkussentjes

Disc speldenkussens.

Een ander praktisch model is het disc speldenkussen. Dit type speldenkussen bestaat uit 2 plaatjes gemaakt van “mooi materiaal”. Tussen beide plaatjes zit een vulling die rondom afgedekt wordt met kleurrijk fluweel. Bij de ivoren voorbeelden worden de delen verbonden door de openingen langs de rand met garen aan elkaar te maken. Dit is te zien bij de 2 mooi uitgezaagde speldenkussentjes in het midden.

Links op de foto staan drie speldenkussens, allen gemaakt in een afwerking die “Mauchlineware” heet. Mauchline is een plaats in Schotland waar de fabrikant Smith een ware souvenirindustrie startte. Mr Smith begon met het handmatig tekenen met zwarte inkt op esdoornhouten snuifdoosjes, en ze daarna af te lakken. Esdoorn is een lichtgekleurde houtsoort en daar komt de zwarte afbeelding goed op uit. De souvenir industrie nam zo’n vlucht dat er een snellere methode bedacht moest worden; men ging over tot transfer plaatjes. In de hoogtijdagen maakte Mr Smith “Mauchlineware” souvenirs voor over de hele wereld vanuit meerdere fabrieken. Op de houten voorwerpen werden bezienswaardigheden in toeristenplaatsen gedrukt, maar ook bijvoorbeeld evenementen die wereldwijd gehouden werden. Het ronde doosje is “Burns cottage” waar de Schotse dichter Burns,1759-1796, geboren is en dat altijd nog veel bezoekers trekt.

Het hartje is gemaakt voor Nederland. De afbeelding heeft betrekking op de wereldtentoonstelling in 1883 in Amsterdam. Op het Museumplein was een houten gebouw gemaakt dat met veelkleurige doeken versierd was voor de tentoonstelling die over de wereldhandel ging.

Over Mauchline voorwerpen is een boek verschenen met afbeeldingen en lijsten welke afbeeldingen er per land en per plaats, op de souvenirs staan. Het boek heet: “Mauchline Ware”, geschreven door D.Trachtenberg.

antieke zilveren speldenkussens

Combinatie speldenkussens

Naast de hierboven omschreven speldenkussens en speldendoosjes zijn er ook nog de “combinatie-speldenkussens “. Deze speldenkussens zijn voorzien van een tweede “naaigerei-functie”. Meestal is dit een wasje  of een meetlintje. Het Tartan spelden kussentje heeft zelfs beide functies als toevoeging. Lees hier meer over in het blog; Rijgnaalden met oorlepeltjes, wasklosjes en wasdoosjes – wat deden deze voorwerpen in naaidozen?

Rechts op de foto een mooie combinatie, gemaakt uit been. Het exemplaar helemaal links op de foto is gemaakt van been en “vegetable ivory”. Vegetable ivory is een honingkleurig materiaal afkomstig van de corozo noot. Hier kunnen kleine voorwerpen uit gesneden worden.

De twee zilveren voorbeelden op de foto zijn voorzien van een wasje. De linker is gemaakt door de bekende zilversmid P.L. Uriot uit Amsterdam tussen 1822 en 1862. Aan de maat te zien zal het kussentje vervangen zijn. Het rechter zilveren combi-kussen is ook van een Amsterdammer, namelijk  C.Preijers die tussen 1822 en 1834 werkte. Het zijn gave mooie stukjes van deze meesters. Het is goed zoeken, maar zo zien we toch nog wat Nederlandse zilveren speldenkussens.

 

antieke zilveren speldendoosjes

Speldenkussens in doosjes

In oude boeken van de keurkamers komen we de term “speldendoosjes” tegen – die zijn dus duidelijk anders dan de loderein (ofwel reuk) doosjes. Waarschijnlijk zijn de 3 langwerpige zilveren doosjes inderdaad voor speldenkussens bedoeld. De 2 langwerpige met blauw en rood fluweel zijn beide van Andries Graves Kooiman uit Schoonhoven met als jaarletters 1856 en 1860. Het kleinere langwerpige doosje vooraan is van Johan C.G. Cabboes uit Leeuwarden, werkzaam tussen 1828 en 1839.

Het ronde doosje met ribversiering is vervaardigd door Jacob N. Kramer uit Amsterdam met als jaarletter 1827. Dit zou een lodereindoosje geweest kunnen zijn, maar het doosje heeft nu een fluwelen kussen met oude spelden. Deze 4 doosjes komen uit 3 zilversteden; hieruit blijkt dat ze niet plaatsgebonden zijn.

Speldenkussens in tafelklemmen

Tot slot nog een paar tafelklemmen met speldenkussens. Ook deze zijn weer vervaardigd in verschillende materialen. De kleinste is van been. Die komt waarschijnlijk uit een naaidoos voor de Europese markt gemaakt in China rond 1825. Rechtsvoor een voorbeeld van een ivoren klem met een bijzondere versiering van stalen nagels. Deze versiering heet “clouté” en was populair tussen 1800 en 1825.

Als sluitstuk een prachtig zilveren exemplaar met een stevige klem. Op de tafelklem staan als zilverkeuren de merken “Minervahoofd” met hierin de A van Amsterdam en het meesterteken van Hermanus Lintveld. Onder de stevige bak nogmaals zijn meesterteken en de lopende leeuw.

Het handvat heeft de vorm van een hartje, misschien een liefdessymbool? In het hartje staat nog de J als belasting herkeur tussen 1906 en 1953. Lintveld was een vakman en het is bijzonder om zoiets moois van deze zilversmid te bezitten.

Lees ook:

Naaischaren in diverse vormen, maten en materialen

Rijgnaalden met oorlepeltjes, wasklosjes en wasdoosjes – wat deden deze voorwerpen in naaidozen?

Een compendium, naai- ofwel reisnecessaire

Bekijk ook;

De collectie antiek naaigerei van Zilver.nl

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *