Bijzonder voorname Rotterdamse zilveren knottemandjes

Geplaatst door
Antieke Rotterdamse wolmandjes Blog Zilver.nl

Bijzondere Rotterdamse knottemandjes met een voorname uitstraling.

Zilveren knottemandjes worden gebruikt om garen in te leggen wanneer je aan het haken of breien bent. Lang geleden begon je als jong meisje met redelijk dik garen en dito naalden wanneer je leerde breien. Wist je eenmaal hoe je de steken moest maken dan kwamen de diverse patroontjes aan bod. Op de linker foto is een eenvoudig houten kluwenbakje te zien met garen. Het staat op oefenwerk de zogenaamde “breirol”. De meisjes oefenden verschillende patroontjes achter elkaar, dit werd een lange lap: de “breirol”. De lengte van één patroontje en het aantal verschillende patroontjes achter elkaar bepaalt de lengte van zo’n rol. Deze totale lengte kan wel oplopen tot 1,50 à 2 meter.

Wanneer een meisje een rijke man trouwde dan ging zij met haar zilveren naaigerei pronken aan haar vriendinnen, zoals ook het zilveren knottebakje op de rechter foto. Hier is kantbreiwerk te zien dat gemaakt werd met dunne naalden en garen. Hier had de gegoede huisvrouw tijd voor want er was personeel die het werk in huis deed. Het houten kluwenbakje is nu vervangen door een zilveren exemplaar dat bij haar stand hoort. De dunne breinaaldjes zijn ook van zilver en gemerkt met een dolfijntje. Dat is een belastingstempel dat gebruikt is van 1859 tot 1893.

Antieke zilvermerken zilversmid Rotterdam Blog Zilver.nl

Gerardus Peeters, een Rotterdamse zilversmid

Gerardus Peeters is geboren en getogen in Rotterdam en is daar ook als zilversmid werkzaam geweest. Hij is er geboren in 1772 en overleden in 1842. Sinds 1794 is hij zilversmid met als meesterteken een “GP” in een ovaal. De bovenstaande twee sierlijk zilveren knottemandjes zijn van zijn hand. Zij lijken erg op elkaar, maar in fijnheid van versieren verschillen zij – evenals de keuren.

Het linker zilveren mandje heeft zowel op de gladde onderrand, het smalle midden bandje en langs de bovenrand zigzaglijntjes. De bovenrand eindigt in duidelijk zichtbare pareltjes. Dit kluwenmandje is gemerkt met het stadskeur van Rotterdam dat gebruikt is tussen 1807 en 1812. Uit dezelfde periode is de “10” als zilvergehalte afgeslagen en de “a” als jaarletter van 1807-1808. Tot slot de “GP” in een ovaal: het meesterteken van Gerardus Peeters.

Het rechter mandje is verfijnder. De spijltjes zijn smaller gezaagd; voor dezelfde maat kluwenbakje moeten het er dus meer zijn. Dat vereist vakmanschap. Het middenbandje is nu niet één geheel, maar bestaat uit dunne ovaaltjes – een waar kunstwerkje. De boven rand is nu alleen aan de binnenkant van mini pareltjes voorzien, helaas op de foto niet te zien. Aan deze verfijningen is te zien dat Peeters nu meer ervaring had.

Dit tweede kluwenbakje heeft andere keuren: een Minerva hoofd met een “D”. Dit zilverkeur is in januari 1814 ingevoerd en de “D” staat voor keurkamer Rotterdam. Voor het zilvergehalte staat er nu een haan met het getal “2”. Dit teken is gebruikt van november 1809 tot december 1814. Verder zijn meesterteken: “GP” in een ovaal. Gezien de keuren is dit bakje gemaakt tussen januari en december 1814.

Het is mooi deze twee zilveren knottemandjes naast elkaar te zien: ze zijn vervaardigd door dezelfde meester maar toch anders in uitvoering.

Antieke Nederlandse zilverkeuren Blog Zilver.nl

Johannes Frijhoff, een tweede Rotterdamse meester

Net zoals voorgaande mandjes is ook dit knottemandje uitgevoerd met uitgezaagde spijltjes vanaf de standrand. Na een smalle gladde band volgt er een rij hartjes die versierd zijn met een arcering. Ook de bodem heeft zo’n fijne versiering. Tot slot weer een parelrandje, een versiering die in die tijd veel voorkomt. Gezien de hartjes zal het in opdracht gemaakt voor een geliefde. Een geluksvogel die dit krijgt!

Aan de merken te zien is dit mandje iets jonger dan de vorige twee. Op de onderkant zien we een Minerva hoofd voor het keurkantoor, helaas is de letter niet te lezen. Verder is een “lopende leeuw” afgeslagen voor het zilvergehalte, plus daarbij een meesterteken van een ruit met daarin een “F” en een hertengewei. Dit meesterteken behoort toe aan de zilversmid Johannes Frijhoff, ook uit Rotterdam. Op de rand boven de hartjes is een “G”afgeslagen, de jaarletter voor het jaar 1816. Op de gladde bovenrand en het hengsel staat nog een keur, namelijk een bijltje. Dit is een bijzonder herkeur op Nederlands zilver dat gemaakt is in – of net na – het Koninkrijk Holland. Het werd afgeslagen als teken dat de belasting al betaald is.

Op de onderkant van de bodem is nog iets leuks te zien, namelijk zilveren spijkertjes. Deze spijkertjes komen uit de standrand waarop de bodem is gesoldeerd. Dit is een oude manier om de bodem van een mandje vast te maken. Op de duur laat dit nogal eens los omdat niet de hele bodem steun heeft.

Deze drie prachtige knottemandjes, die allen tussen 1807 en 1816 zijn gemaakt, zijn na 200 jaar nog als nieuw en nog steeds een lust voor het oog.

Lees ook de blogs:

De naaidoos, over antiek zilver naaigerei en meer

Kluwenhouders van praktisch tot pronk

Bekijk ook de collectie van Zilver.nl:

Naaigerei

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *