Vervlogen tijden: over het dienmandje
Inhoudsopgave
Bladerend door het kookboek van mijn Oma, het ‘Kookboek van de Amsterdamsche huishoudschool’ geschreven door mevrouw C.J. Wannee in ongeveer 1935, [ Lees ook het blog: Een hors-d’oeuvre garnituur, een buitengewoon verhaal] kwam ik prachtige inkijkjes tegen in het leven van toen. Het leven van de gegoede klasse wel te verstaan. Het kookboek bevat natuurlijk recepten, velen voorzien van uitgebreide bereidingswijzen. Ook staat er veel basisinformatie in voor de ‘beginnende huisvrouw’, ofwel leerling aan de Amsterdamse huishoudschool. Bijvoorbeeld hoe een keuken moet zijn ingericht en welke spullen er allemaal nodig zijn. Maar ook hoe een diner behoort te worden gegeven. De grondige beschrijving geeft mooi aan hoe er om werd gegaan met het zilveren bestek.
Goed bewaard
Wanneer het zilver niet wordt gebruikt, dan wordt het bewaard in een cassette. Dit is een kist waarvan het scharnierende deksel aan de voorzijde wordt opgetild, en één of enkele laden aan de voorkant kunnen worden open geschoven. Ieder stuk zilver, zowel de couverts als al het verschillende diengerei, heeft een vaste plek. Op deze plek ligt het stuk vast en schuurt het nergens tegen aan; zo worden krassen in het zachte zilver voorkomen. Hele grote bestekcassetten zien er uit als een kist op een onderstel en zijn dus eigenlijk een compleet meubelstuk dat zo in de eetkamer gezet kan worden. Los verkregen bestekdelen hadden ook een eigen étui te bescherming.
Voorbereiden voor het diner
Een chique diner behoorde op rolletjes te lopen. ‘Geeft men een groot diner, dan doet men het beste zooveel mogelijk voorbereidende maatregelen te nemen, die het werk op den middag zelf belangrijk vergemakkelijken. Het zilver worde dus opgepoetst, op blaadjes met een servetje erop gelegd en met een droogen doek toegedekt, kristal, glaswerk en servies nagezien en zoo noodig omgewasschen.’
Vervolgens wordt uitgebreid beschreven hoe de tafel moet worden gedekt met een tafellaken met bijbehorende servetten, die ‘op het bord met opengeslagen zijde naar links’ moeten worden geplaatst. Dan worden de zilveren couverts neergelegd, met het mes rechts van het bord ‘met de punt op de messenlegger, met de snede naar het bord en met de uiteinde van het heft op de rand van de tafel.’ Daarna komen de glazen rechtsboven en het vingerkommetje [gevuld met lauw water met citroen] linksboven het bord. ‘Het dessertzilver vinde zijn plaats boven het bord met de stelen naar rechts.’ De tafel wordt verder voorbereid: ‘Groot zilver ter opdiening der spijzen worden hier en daar op tafel geplaatst of ook wel boven het bord der gastvrouw gelegd, terwijl zoutvaatjes, peperbus, olie- en azijnstel evenmin vergeten worden.’
En dan zijn we er nog niet. ‘Het buffet of de dientafel wordt met een servet belegd en daarop dessertbordjes, en alles wat er nodig is voor het dessert.’ Zelfs een tafelschuier ontbreekt niet. Bij dit alles wordt er van uitgegaan dat het personeel weet hoe alles werkt en het diner geruisloos kan laten verlopen.
Entree: het dienmandje
De diverse gangen van het diner worden opgediend en afgeruimd door het personeel; de gastvrouw en -heer blijven zitten en zien het toneelstuk voor zich ontvouwen. Na iedere gang worden eerst de dienschalen met de diverse gerechten van tafel gehaald. En dan: ‘Het dienmandje wordt aan den linkerarm gehangen en met de rechterhand, rechts van de aanzittenden, het bord met den lepel erin weggenomen waarna het zilver achter de personen in het dienmandje gelegd wordt. De borden worden in de linkerhand gedragen. De borden en het dienmandje worden naar de keuken gebracht.’ Als speciale instructie staat er nog bij ‘Doch zorge ervoor de messen en het zilver in het dienmandje te scheiden.’ Dit lijkt een bijzondere instructie, maar lange tijd – tot ergens begin jaren “20 – zaten er geen bijpassende messen bij de zilveren cassettes, en waren de meshelften meestal van hoorn of hout. Zo werd het zachte zilver dus beschermd tegen krassen.
Met het ‘dienmandje’ komt er een gebruiksvoorwerp uit lang vervlogen tijden uit de lucht vallen. Dit dienmandje intrigeerde me, en ik ging op zoek. In de diverse openbare collecties van diverse Nederlandse musea is geen ‘dienmandje’ terug te vinden – zelfs niet als zilveren miniatuur. In de herinnering van oudgedienden is het een blikken mandje met flink hengsel, een tussenschot en een bodem van kurk. Ook een tenen mand is genoemd. Is dit alles wat er rest van dit illustere voorwerp?
Keurig gedekte tafel
Wanneer u aangeeft dat 1935 best even geleden is, dan breng ik graag het boekje “Etiquette” uit Elzeviers praktische pocketbibliotheek onder de aandacht. Al speurend vond ik de vierde druk van deze pocket uit 1965, die laat zien dat sommige sociale conventies maar langzaam wijzigen. Het boekje, geschreven door Mr A.M.J. van Deinse, heeft als waanzinnige ondertitel ‘Omgang, verloving, huwelijk, geboorte, rouw, aan tafel, correspondentie’. In dit boekje, waarin de heren wordt verteld elkaar te groeten door hun hoed te af te nemen ‘met een lichte zwaai’, staat de kunst van het dineren uitgebreid omschreven. “De cultuurmens zoekt culinaire geneugten te completeren met esthetische genoegens. Daarom smaken goedbereide maaltijden hem het best wanneer zij smakelijk opgediend worden op een keurig gedekte tafel, wanneer de dingen die hij gebruikt mooi en deugdelijk zijn, wanneer hij vreugde beleeft aan zijn gezelschap.”
Ook in 1965 krijgt de dinertafel een ‘gesoigneerde indruk’ met bijvoorbeeld vingerkommen en zilveren bestek. Verder wordt, net als in 1935, alles tot in de puntjes voorbereid, inclusief het dressoir. Wederom staat hier het dienmandje klaar ‘voor het afnemen van het gebruikte bestek’. Ook de werkinstructie [aan linkerarm, messen in apart vakje] is precies gelijk. Ergens tussen 1965 en nu is dat dienmandje van de aardbodem verdwenen. Weet u meer over het mandje, of heeft u misschien een leuke anekdote? Zet het alstublieft in de reactie hieronder, zo leren we er allemaal wat van.
En mocht u al bezig zijn met het plannen van uw Kerstdiner [met of zonder dienmandje] dan sluit ik af met een citaat uit het Elzevier Etiquette-boek: “Moge het voor u een uitnodiging zijn uw wellevendheid en goede manieren in toepassing te brengen tot vreugde van uw medemensen.” Waarvan akte.
Bronvermelding:
Index foto “After dinner, rest awhile”, James Dobie, ets uit het V&A London
Bovenste foto: “Coin de table”, 1904, P.-E. Chabas, Musée des Beaux Arts de Tourcoing
Foto schilderij midden links: onbekend
Foto schets midden: “The dining room at No 3 The Close, Winchester”, B. Corfe, ca 1900, V&A London
Foto schilderij rechts: “The dinner party”, Sir Henry Cole, Maritime Museum Hong Kong
Lees ook van Saskia:
Couverts: de geschiedenis van lepel, vork- en mes
Bekijk ook de collectie van Zilver.nl: