Enkele zeventiende-eeuwse juwelen-termen

Geplaatst door

Een geaffecteerde diamant ringh en een slechte goude carequant

Oude inventarissen en testamenten zijn onontbeerlijk bij de bestudering van antieke juwelen. Samen met bewaard gebleven portretten vormen zij op dit gebied de belangrijkste informatiebron. Een inventaris is echter wel altijd een momentopname en werd bovendien ooit opgesteld voor een heel ander doel dan waarvoor wij hem nu willen gebruiken. Maar ook schrijfwijze en de betekenis van sommige benamingen veranderden nogal in de loop van de tijd.

Vooral zeventiende-eeuwse inventarissen kunnen problemen opleveren. In een enkel geval ligt een verklaring min of meer voor de hand. Zo werd bijvoorbeeld met een ‘uytwendigh gesneeden‘ steen altijd een camée bedoeld, terwijl ‘oriëntaelze paerlen‘ het verschil duidelijk maakten met de vele namaakparels. Andere benamingen zijn minder makkelijk te herleiden, zoals het veel voorkomende ‘puynsson‘ of ‘pinsoen‘. Het blijkt hier te gaan om een verbastering van het Franse ‘poincon‘ in de betekenis van ‘priem’, waarmee een juweel werd bedoeld dat met een lange naald in het haar werd bevestigd.

Bagh

Intrigerend is de benaming ‘bagh‘ of een variant daarvan, die doet denken aan ‘bague‘, het huidige Franse woord voor ring, maar die oorspronkelijk een andere betekenis had. Gedurende de Italiaanse renaissance werd het kostbare bezit bewaard in koffers van rundleer, die in tijden van nood snel konden worden meegenomen. Het Italiaanse ‘vacca‘ (rund) verbasterde via ‘bacca’ tot ‘bagh‘ en al spoedig werd de voornamelijk uit juwelen bestaande inhoud van zo’n koffer ‘en forme de bagh ‘ genoemd. De inventaris van Louise Henriëtte van Oranje uit 1647 begint met ‘Een juweel sijnde een bagghe‘, waaruit blijkt dat niet ieder sieraad zo werd genoemd. Uit vergelijkend onderzoek kon worden opgemaakt dat het vrijwel altijd om een hangend juweel ging, meestal met één of meer parels eronder.

 

Gouden hanger met smaragd parels robijn Blog Zilver.nl

Gouden hanger of ‘bagh‘, een ooievaar die een slang doodt met emaille, smaragd, robijn en 3 parels gemaakt rond 1600 in Centraal Europa, Collectie Victoria & Albert Museum, Londen.

Baggen

Nog in 1801 werd in een Nederlandse veilingcatalogus melding gemaakt van ‘Een paar goude baggen met gesleepen granaat‘, waarmee toen oorhangers werden bedoeld. Het is niet bekend waarom en vanaf wanneer het woord in de Franse taal nog uitsluitend voor ring werd gebruikt. Wel maakte Charlotte de Bourbon reeds in 1581 in haar testament onderscheid tussen ‘bagues à pendre’ en ‘bagues pour mettre au doigts‘ En het is natuurlijk interessant dat ons woord ‘bagage‘ etymologisch dezelfde oorsprong heeft.

‘Slechte goude carequant’

De veel voorkomende toevoeging ‘slecht’, zoals in ‘Een slechte goude carequant‘, duidde niet op een mindere kwaliteit, maar betekende ‘eenvoudig’ en speciaal met het oog op de versiering. Een ‘carequant‘ of ‘karkant‘ was een halssieraad vergelijkbaar met het latere ‘collier-de-chien’ dat strak om de hals werd gedragen. Het woord is namelijk afgeleid van het Franse ‘carcan‘ dat figuurlijk vertaald kan worden als ‘knellende band’ en historisch als halsbeugel van een schandpaal.

Geaffecteerd

Ten slotte de toevoeging ‘geaffecteerd‘. Zo beschreef bijvoorbeeld koningin Mary Stuart in 1694 in haar eigenhandig opgestelde inventaris ‘Een geaffecteerde diamant ringh‘. Dit was beslist geen onnatuurlijk deftig juweel, zoals we dat nu zouden vertalen. De verklaring moet gezocht worden in het Franse ‘affecter‘ en het Engelse ‘to affect to‘ in de betekenis van ‘reeds met een bestemming‘ of ‘bestemmen voor‘.

Het ging in dit geval met zekerheid om ‘Een ring met een viercante facet met twaelff kleyne facetjes rondtom‘, die koning-stadhouder Willem III in 1675 had geërfd van zijn grootmoeder Amalia van Solms. Toen na zijn dood in 1702 Mary’s juwelenbezit werd gecontroleerd bleek ‘Een gedaghtering off een ring van gedagte van klijne diamanten‘ niet meer aanwezig te zijn.

Koningin Mary had deze ring reeds tijdens haar leven bestemd voor een tante van haar man en dochter van Amalia van Solms, Albertina Agnes van Nassau Dietz. In een document betreffende de verkoop van Albertina’s nalatenschap uit 1696 vinden we het juweel dan ook terug als ‘Mijn rinck die de coningin van Engelant mij heeft gegeven‘.

Dankzij dergelijke gegevens – van onschatbare waarde voor een juwelen-historicus – kunnen oude benamingen worden verklaard, maar blijkt bovendien dat het antieke juweel nooit los gezien kan worden van tijd en omgeving waarin het ooit werd gedragen.

 

Gouden hanger met emaille en edelstenen in de vorm van een hond Blog Zilver.nl

Gouden hanger met emaille in de vorm van een hond bezet met robijnen, diamanten en parels gemaakt tussen 1580 en 1600 in Spanje, Collectie V&A Museum

Lees ook van juwelenhistoricus Martijn Akkerman:

Opregte Waer en Kleyn Gewin

Roosgeslepen diamanten

Bekijk ook de collectie van Zilver.nl:

Sieraden

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *