Een Wereldtentoonstelling is een bijzonder evenement waar landen hun kunst, cultuur en economische ontwikkeling tentoonstellen. Het is dé gelegenheid voor een land om haar expertise en innovatie te tonen en zich te onderscheiden van andere landen. Sinds 1851 wordt dit evenement al georganiseerd en Nederlands zilver heeft hierin jarenlang een belangrijke rol gespeeld.
Neem bijvoorbeeld de allereerste Wereldtentoonstelling, die plaatsvond in 1851 in het Crystal Palace in Londen. Deze expositie was een ware lust voor het oog, waarbij de zilvermakers van Van Kempen de show stalen met hun prachtige zilverwerk. Het was een showcase van vakmanschap en creativiteit en maakte indruk op het internationale publiek.
Als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Nederlands zilver en de rol die het heeft gespeeld op Wereldtentoonstellingen, dan is dit zeker een verhaal dat je niet wilt missen. Het laat zien hoe deze evenementen niet alleen de perfecte gelegenheid zijn voor landen om zich te laten zien, maar ook voor ambachtslieden en kunstenaars om hun werk aan de wereld te presenteren. Dus ga er even lekker voor zitten en duik in deze fascinerende geschiedenis.
Wereldtentoonstelling Crystal Palace, Londen, 1851
Inhoudsopgave
In 1851 vond in Londen de eerste Wereldtentoonstelling plaats, gesponsord door Prins Albert van Engeland. Het was een grootschalige tentoonstelling van Industrie van Alle Naties waarbij het Crystal Palace in Hyde Park, ontworpen door Joseph Paxton, speciaal voor dit evenement was gebouwd. Het opvallende gebouw bestond voornamelijk uit glas en staal. Maar liefst 14.000 standhouders van over de hele wereld namen deel aan deze indrukwekkende tentoonstelling en streefden ernaar om hun superieure technische ontwikkelingen, kunstwerken en economische prestaties tentoon te stellen.
Nederland was ook vertegenwoordigd op deze tentoonstelling, maar helaas wist de delegatie nog niet goed wat er van hen werd verwacht op zo’n groot internationaal evenement. Hierdoor liet Nederland nog niet veel indruk achter op de Wereldtentoonstelling. Daarnaast had de Nederlandse delegatie te maken met een zeer beperkt budget, waardoor ze weinig mogelijkheden hadden om te schitteren. Slechts 115 Nederlandse fabrikanten stuurden, veelal op eigen kosten, hun goederen naar Londen om de slechts 33 vierkante meter die Nederland had toegewezen gekregen te vullen.
Johannes Mattheus van Kempen een vooruitziend ondernemer
Er waren wel uitschieters in positieve zin. Eén van deze uitschieters was het zilverwerk van Van Kempen. De oprichter van het bedrijf, Johannes Mattheus van Kempen, was er van overtuigd dat het maken van zilver met de hand langzaam maar zeker zou gaan verdwijnen en dat er steeds meer met machines gedaan zou gaan worden. Als van Kempen een uitnodiging ontvangt om als toonaangevend goud- en zilversmid deel te nemen aan de wereldtentoonstelling neemt hij dit aanbod met beide handen aan.
Om te laten zien wat het bedrijf allemaal kon werd er flink ingezet bij de Wereldtentoonstelling in Londen. Van Kempen laat in zijn smederij een aantal fraaie zilveren voorwerpen voor het dagelijks gebruik ontwerpen en vervaardigen. Het zilverwerk wordt uitgevoerd in vijf toonaangevende stijlen uit verschillende tijdperken. Van Kempen wilde op deze manier laten zien dat hij en zijn medewerkers in staat waren om zilver te produceren in elke gewenste stijl. De vijf stijlen waren Grieks, Gotisch, Renaissance, Lodewijk XIV en rocaille. Hij wilde hiermee aantonen dat hij elke stijl natuurgetrouw kon maken. J.M. van Kempen had een afkeer van het vermengen van oude stijlen in één voorwerp, hij noemt dit karakterloos en smakeloos. Hij schrijft er in de brochure, die over zijn ingezonden werk voor de wereldtentoonstelling gaat, zelfs een artikel over.
Topstuk van de collectie die hij inzond was een juwelenkist van uitzonderlijke schoonheid en kwaliteit. Een kistje in Renaissance stijl, waarbij zowel elementen van de vroege Renaissance stijl als de latere Renaissance stijl terug te vinden waren. Het Italiaanse van de vroege stijl, juist het Engelse en Franse van de latere stijl. Het was een prachtig afgewerkte kist, met als mooiste element het hondje bovenop de kist. Deze stond als een soort bewaker bovenop, met zijn poot op een replica van de sleutel van de kist. De inzending wordt alom met lof ontvangen, ook de internationale pers is lovend. Met zijn presentatie op deze eerste Wereldtentoonstelling geeft Van Kempen het Hollandse zilverwerk wereldwijd weer aanzien. Van Kempen was niet de enige zilversmid die voor Nederland meeging naar de Wereldtentoonstelling, maar hij liet met zijn inzending wel de grootste indruk achter.
Het prachtige zilveren juwelenkistje is te bewonderen in Het Rijksmuseum te Amsterdam.
De tentoonstelling brengt Van Kempen faam en voorspoed
Meer dan 6 miljoen bezoekers van over de hele wereld reisden naar de allereerste wereldtentoonstelling. Dit ondanks het feit dat reizen destijds nog een flinke uitdaging was. Het was dan ook een gigantisch succes.
Deelname aan de wereldtentoonstelling bracht Kempen enorme faam, en het bedrijf profiteerde hiervan door een snelle groei. Met een oog op de toekomst en verdere vooruitgang besloot Johannes Mattheus van Kempen om het majestueuze stadskasteel ‘Fresenburgh’ aan de oude gracht van Utrecht te kopen. Dit middeleeuwse gebouw had dikke muren en stevige fundamenten, waardoor het perfect was om te werken met stoomkracht. In het nieuwe pand installeerde hij een uiterst moderne stoommachine, waarmee hij sneller, goedkoper en kwalitatief beter zilveren producten kon maken dan ooit tevoren. Zo introduceerde Van Kempen de modernste productietechnieken in Nederland.
Wereldtentoonstelling Parijs 1867
Na het succes van de Wereldtentoonstelling in Londen wilde Van Kempen natuurlijk niet ontbreken bij de tentoonstelling in Parijs. Het ging ondertussen zeer goed met het bedrijf. De opdrachten stroomden binnen en de mooie zilverwerken van Van Kempen vonden gretig aftrek. Het bedrijf had inmiddels ook het predicaat Koninklijke verworven, en had op meerdere plekken binnen en buiten Europa vertegenwoordigers zitten. Denk hierbij aan plaatsen als Parijs, Florence, New York en Sheffield. Een teken dat het bedrijf kwaliteitsproducten maakte, die werden gewaardeerd door een zeer breed publiek.
Zilverwerk met behulp van de stoommachine
In Parijs liet Van Kempen een zeer divers aanbod aan producten zien. Het ene product nog mooier gemaakt dan het andere. Zilveren schalen van grote schoonheid, die voorzien waren van details die aantoonden dat Van Kempen met zijn zilversmeden op de toppen van hun kunnen presteerden. Maar daarnaast liet Van Kempen ook een grote verscheidenheid aan andere producten zien. Een nautilusschelp met een montuur van zilver, mooie bokalen, kandelabers, bloemenvazen en nog veel meer. Het ene nog mooier en gedetailleerder dan het andere, alles in een stijl die de vele bezoekers van de Wereldtentoonstelling wel wist te bekoren. Dit was de stijl die in deze tijd enorm succesvol was. Van Kempen was er ook trots op dat hij meeging met de moderne technieken zo stond er op de ramen van zijn expositie ruimte: ‘Procede méchanique a vapeur’ wat betekende dat het zilverwerk was gemaakt met behulp van de stoommachine.
Op de gehele Wereldtentoonstelling was bij zilversmeden uit andere landen nog veel meer van deze pracht en praal te zien. Mensen wilden in deze tijd laten zien dat ze het goed hadden, gedetailleerd zilverwerk paste hier dan ook goed bij.
De introductie van de galvanoplastiek
Toch was het meest opvallende werk bij de stand van Van Kempen niet het werk met de meeste details. Integendeel zelfs. Tussen al het gedetailleerde zilverwerk stond namelijk een zilveren, gladde vaas met oor zonder tierelantijntjes. Een werk dat op het eerste oog voornamelijk uit de toon leek te vallen, maar dat voor grote beroering zorgde. Dit stuk was het eerste zilversmeedwerk dat geheel uit één enkel stuk zilver was geproduceerd. Het was tot die tijd namelijk normaal dat zilver bestond uit twee helften die dan aan elkaar werden gezet.
Louis van Kempen
Het stuk was ontworpen en uitgevoerd door Louis van Kempen, de zoon van Johannes Mattheus. Louis had in Utrecht een studie over metallurgische scheikunde gevolgd en wijdt zich met name aan de nieuwe techniek van de galvanoplastiek. De inzending is een groot succes, maar de jury vraagt zich af of de ingezonden voorwerpen wel echt gemaakt zijn volgens de methode galvanoplastiek. De vragen die Van Kempen van de jury van de wereldtentoonstelling hierover ontvangt wil hij graag in zijn zilverfabriek beantwoorden. De jury zendt daarom professor M.H. Jacobi naar Voorschoten. Jacobi is de uitvinder van de galvanoplastiek en heeft als lid van de geheimraad van de Tsaar van Rusland veel aanzien.
Professor M.H. Jacobi bezoekt de zilverfabriek
Als Jacobi in 1868 in Voorschoten aankomt is hij verrast door de charmante omgeving en de moderne faciliteiten van de zilverfabriek. Van Kempen heeft inmiddels een nieuwe vleugel aangebouwd die geheel in het teken staat van de galvanoplastiek. Zoon Louis heeft de leiding over deze afdeling. In de fabriek ziet Jacobi met eigen ogen hoe kundig het nieuwe procédé wordt toegepast. “Aldus vinden wij in de magazijnen van deze industrieel een grote verscheidenheid van voorwerpen, dikwijls in talrijke exemplaren, standbeelden en losse dieren, dierengroepen, tafelstukken, vazen en drinkbekers, alles uitgevoerd in echt zilver, langs galvanoplastische weg”.
Wereldtentoonstelling Parijs 1900
In 1900 was Parijs wederom de plek waar een Wereldtentoonstelling werd gehouden. Deze werd uiteraard rondom de Eiffeltoren gehouden, die in 1889 ook al de locatie van de Wereldtentoonstelling was. Het fenomeen was nog steeds een groot succes, de tentoonstelling wordt door meer dan 50 miljoen mensen bezocht! Aan deze wereldtentoonstelling deden 76.000 exposanten mee.
De nieuwe eeuw begon wervelend met deze mooie tentoonstelling. Van over de hele wereld kwamen landen en bedrijven naar Parijs toe om te laten zien wat voor mooie producten ze konden maken. Er werden talloze technische innovaties getoond en elk land deed weer zijn best om zo goed mogelijk naar voren te komen. De vooruitgang op technologisch gebied wordt er gevierd en er wordt onderling gewedijverd over wie de beste is. Vooral Frankrijk en Engeland proberen elkaar de loef af te steken.
De Art Nouveau
De wereldtentoonstelling was opgetrokken in de Art Nouveau stijl die sinds het einde van de 19e eeuw in de mode is. Rondom de Eiffeltoren verrijzen imposante paleisachtige gebouwen en wordt de grootste telescoop ter wereld getoond. Een half jaar lang vormt de stad het centrum van de wereld. Het optimistische levensgevoel wordt weerspiegeld in de Art Nouveau, een kunststroming die het geloof in de toekomst uitstraalt. Men heeft een afkeur van symmetrie en een voorkeur voor ornamenten, waarbij gracieuze natuurmotieven domineren zoals planten, bloemen en vogels. René Lalique en Emile Gallé tonen hun Art Nouveau sieraden en glaswerk en de Nederlandse plateelbakkerij Rozenburg toont er zijn eierschaalporselein.
[su_row][su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”
]
[/su_column][/su_row]
Art Nouveau zilver
Er waren weinig nieuwe technische ontwikkelingen geweest op het gebied van zilver, maar dat betekent niet dat er geen mooie dingen te zien waren. Bij de Nederlandse delegatie, die wederom flink was gegroeid, waren onder andere mooie producten van Van Kempen laten zien. Van Kempen was met zijn zilversmeden natuurlijk al vaker belangrijk geweest voor de Nederlandse delegatie en ook deze keer had Van Kempen prachtige dingen meegenomen. Meest tot de verbeelding sprekend hierbij was niet een verzameling werken in de traditionele stijlen, maar vooral een aantal werken in de nieuwe stijl, de Art Nouveau. Free-lance ontwerper Professor Th.K.L. Sluyterman ontwierp voor Van Kempen zilverwerk in deze nieuwe stijl.
Pronkstuk bij Van Kempen was een zilveren model van een Scheveningse vissersboot op een sokkel. De zilveren sokkel was versierd met schelpen, waterplanten en aanverwanten. De inzending werd bekroond met een gouden medaille.
Zilver Art Nouveau schepwerk in een oude verkoopcatalogus van J.A.A. Gerritsen.
Begeer, Eissenloeffel, Hoeker & Zoon en Zwollo
Ook de zilverfabriek C.J Begeer uit Utrecht deed in Parijs voor het eerst mee aan een wereldtentoonstelling. Het exposeerde onder andere een zilveren koffie- en theeservies in Art Nouveau stijl ontworpen door architect A.F. Gips. Het zilveren servies met verfijnde en sierlijke plantmotieven wat helemaal aansluit bij de nieuwe stijl.
Hoeker & Zoon uit Amsterdam waren ook aanwezig met bijzondere ontwerpen van kunstenaar Jan Eisenloeffel en Frans Zwollo. De firma Hoeker kreeg voor zijn inzending een gouden medaille. Frans Zwollo werd voor zijn inzending, gedreven en geciseleerde bronzen en zilveren voorwerpen, bekroond met een bronzen medaille. Ook Jan Eissenloeffel ontving een bronzen medaille voor zijn strak en stijlvol geëmailleerde, moderne zilverwerk.
Succes voor Hoeker & Zoon
Dankzij het succes van Hoeker & Zoon in Parijs ontvangt de firma een omvangrijke opdracht van de gemeente Amsterdam. Er wordt ze gevraagd een tafelgarnituur te maken voor het huwelijk van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik, naar ontwerp van Jan Eissenloeffel. De 95 delige zilveren set met kandelaars en bonbonschalen zijn bezet met emaille en edelstenen.
Anthonie Begeer raakt op de tentoonstelling in Parijs zeer gecharmeerd van het werk van de Nederlandse ontwerper Jan Eisenloeffel, die zilver presenteert dat beïnvloed is door de artistieke stijl van ’t Binnenhuis. Enkele jaren later later gaat Begeer met hem samenwerken en is de invloed van de sobere, fraaie en evenwichtige stijl van Eissenloeffel in veel van het zilverwerk van Begeer terug te vinden.
Wereldtentoonstelling Parijs 1937
Als de Wereldtentoonstelling ‘Expostition des Arts et des Techniques’ in 1937 wederom in Parijs wordt gehouden rommelt het in Europa. De eerste tekenen van een aanstaande wereldoorlog laten zich merken, wat de organisatie van de tentoonstelling er niet van weerhoudt om een prachtige show neer te zetten. Wederom komt van over de hele wereld een groot aantal delegaties naar de Franse hoofdstad om, in deze moeilijke tijden, te laten zien wat het land in kwestie te bieden heeft.
Het rommelt intern bij Van Kempen
Ook bij Van Kempen rommelt het. Het bedrijf is inmiddels, door overnames van de zilvermakers Begeer en Vos, uitgegroeid tot een nog groter bedrijf. Maar in de directie is het geen pais en vree. Anton van Kempen, één van de familieleden die de leiding heeft over het familiebedrijf, kan zich niet vinden in de richting die het bedrijf is ingeslagen en besluit om uit de directie te stappen. Hij doet dit in 1924, waarna hij directeur wordt bij Gerritsen in Zeist. Om zout op de wonde te strooien wordt de naam van dit bedrijf veranderd naar Gerritsen en Van Kempen. De Van Kempen fabriek is later genoodzaakt om de naam te wijzigen in De Zilverfabriek. De twee bedrijven gaan met elkaar de strijd aan voor de aandacht van het publiek. Kosten nog moeite worden gespaard om ontwerpers aan te nemen die ervoor zorgen dat het ene bedrijf meer de aandacht trekt dan het andere bedrijf. Een ideale plek om dit tot uiting te brengen is natuurlijk de Wereldtentoonstelling in Parijs.
Christa Ehrlich versus Gustav Beran
Van Kempen, Begeer & Vos heeft op dat moment Christa Ehrlich in dienst. Zij is een topontwerper die voor het bedrijf een aantal prachtige stukken heeft ontworpen. Carel Begeer heeft haar ontmoet op de wereldtentoonstelling in Leipig in 1927 en was direct onder de indruk van haar ontwerpen. Hij doet haar een aanbod om bij De Zilverfabriek te komen werken en al in hetzelfde jaar worden haar eerste ontwerpen geproduceerd.
Bij Gerritsen en Van Kempen besluiten ze dan maar de leermeester van Ehrlich, kunstenaar Joseph Hoffmann, om raad te vragen. Deze raadt aan om eens contact op te nemen met een andere meestersleerling van hem, Gustav Beran. Een goede zet, want Beran blijkt net als Ehrlich een begenadigd ontwerper te zijn.
Een boeiende strijd
Het gevolg is dat er een boeiende strijd ontbrandt. Beide bedrijven doen hun best om de gunst van het publiek voor zich te winnen. Zowel Ehrlich als Beran hebben alles uit de kast gehaald om de wereld te laten zien dat zij toch vooral het mooiste maken wat er op het gebied van zilver te vinden is. Deze onderlinge strijd komt bij de Wereldtentoonstelling tot een hoogtepunt. Inzet zou normaal gesproken het winnen van de prijs die bij elke Wereldtentoonstelling in meerdere categorieën wordt uitgereikt zijn. DE prijs waar een bedrijf een grote hoeveelheid aandacht mee krijgt. Dit jaar kan Van Kempen, Begeer & Vos de prijs echter niet winnen, aangezien Carel Begeer, één van de directieleden van de fabriek, in de jury heeft plaatsgenomen. Toch hoeft men hier bij Van Kempen, Begeer & Vos niet om te treuren, aangezien de ontwerpen van Ehrlich volop de aandacht trekken.
Diploma d’honneur voor Beran
Het prestigieuze ‘Diploma d’honneur’ wordt aan Gustav Beran toegekend. De bekroonde inzending bestaat uit een enkele zilveren koffie- en theeserviezen. Eén van de ontwerpen is een zilveren theeservies, dat sindsdien ‘Paris’ wordt genoemd. Dit zilveren servies past prachtig in de traditie van de Wiener Werkstätte en geeft met haar geplooide vormen een rijkdom aan lichtreflexen weer. Het wordt een icoon van Gerritsen & Van Kempen.
Ondanks de toenemende concurrentie van Gerritsen en Van Kempen beleeft Van Kempen, Begeer & Vos een zeer positieve tentoonstelling. Het bedrijf is natuurlijk al wereldwijd bekend, maar laat hier wederom zien dat ze tot de beste zilversmeden ter wereld behoren. Het is voorlopig de laatste keer dat het bedrijf kan laten zien wat het kan, aangezien vlak hierna de oorlog uitbreekt. Er breken zeer moeilijke tijden aanbreken voor iedereen.
Met dank aan Van Kempen & Begeer/ The Cookware Company voor de foto’s en informatie.
Bronnen:
Nederlands zilver 1895-1935 van Art Nouveau tot modernisme van Mvr. A. Krekel-Aalberse
Lees ook:
Van Kempen, grootste naam in zilverwerk
Bekijk ook:
de collectie antiek zilver van Zilver.nl
het zilverwerk van F.Z. Zwollo
Wij hebben het theeservies Paris in ons bezit en zouden graag weten wat het waard is. Wij hebben het geworven van een oudtante van mijn man.
Goedenavond M. Weyers,
Wat een mooie nalatenschap. Over de waarde is moeilijk iets te zeggen dat hangt af van de staat van het servies. U kunt het bij een juwelier of veilinghuis bij u in de buurt laten bekijken en op waarde laten schatten. Geniet vooral van het mooie zilveren servies en het bijzondere ontwerp.
Fijne avond,
Ursula