Scharen voor de huishouding
Inhoudsopgave
Door de eeuwen heen zijn er voor vele doeleinden scharen gemaakt: denk aan de snoeischaar, takkenschaar, wildschaar, kappersschaar om er maar een paar te noemen. Van een heel andere categorie zijn scharen speciaal gemaakt voor naaien en borduren. Van deze scharen zijn ook heel specifieke types. Zo worden in de kleermakerij grote zware scharen gebruikt om iedere soort stof en ook leer te kunnen knippen. Dit type scharen heeft altijd een “normaal” – dat wil zeggen rond – oog voor de duim en een langwerpig oog. Dit langwerpige oog is om 2 of 3 vingers door te steken. Met deze houding van de hand heb je namelijk de beste grip op de stof. De schaar op de foto is 28 cm lang. Voor ons als hobby-naaisters kennen we hier een kleinere en lichtere uitvoering van.
De kartelschaar – dus met getande knipdelen in plaats van twee lange gladde delen – lijkt nog niet zo oud. Toch heeft deze al in 1893, dus meer dan een eeuw geleden, een patent gekregen. Verder zijn er diverse soorten handwerkschaartjes; deze zijn meestal ongeveer 10 cm lang. De totale lengte van een schaar kan erg variëren; denk aan minimaal 8 cm tot 20 cm afhankelijk waarvoor hij gebruikt wordt maar ook welke versiering het tussenstuk en het oog heeft.
Onderdelen van de schaar
Een schaar worden gemaakt in een linker en rechterdeel. Deze delen worden daarna met een pennetje aan elkaar geklonken. Elke linker- dan wel rechter deel bestaat weer uit 3 onderdelen, namelijk het oog, het tussenstuk en het knipdeel ofwel bladen. Schaarhelften kunnen ook uit één stuk roestvrij metaal gemaakt worden; soms zijn alleen de bladen van staal met andere handvatten. Het tussenstuk en de ogen van de schaar kunnen ook van een mooier en meestal ook duurder materiaal gemaakt worden, zoals van goud, zilver en parelmoer.
Een schaar aan een chatelaine
Soms zit er een klein oogje op beide gladde ogen van de schaar. Aan deze oogjes kan een ketting gemaakt worden. Op deze manier kan de schaar deel uitmaken van een chatelaine voor naaigerei. Het bestaat namelijk uit een rokhaak – die dus achter de tailleband wordt gestoken – met aan de onderkant 1 of meerder kettingen. Hieraan kan naaigerei hangen, soms inclusief schaar. De schaar komt voor als éénling aan een ketting, maar kan dus ook deel uitmaken van een uitgebreide chatelaine met meerdere kettingen voor o.a. een naaldenkoker, speldenkussen, vingerhoed en soms een breischede.
Dierfiguren op scharen
Er zijn prachtige zilveren scharen gemaakt – zilversmeden leken wel een wedstrijd te doen wie de mooiste schaar maakte. Met dierfiguren versierde scharen komen uit meerdere zilversteden:
De schaar links op de foto, waarop de vogels in hun veren pikken, is van Willem Jan Kooiman uit Schoonhoven. Hij is gemaakt tussen 1856 en 1883. Hier zie je ook nog een vierkantje met een bloem – of wellicht ster – op het tussenstuk. Dit motief zie je vaak bij scharen uit Schoonhoven.
Bij de tweede schaar zijn zowel de ogen als een deel van het tussenstuk versierd met slangen die in hun staart bijten. Dit staat symbool voor oneindigheid en de eeuwige cirkel van het leven. Deze schaar is gemaakt door zilversmid Johannes Smets uit Amsterdam tussen 1826 en 1846.
Op de derde schaar zijn (vredes) duiven afgebeeld met een takje in hun bek. Deze schaar is mogelijk gemaakt in Dordrecht tussen 1810 en 1812.
De laatste schaar op de foto heeft een versiering van papegaaien. Hij is gemaakt door David de Jongh uit Amsterdam tussen 1749 en 1811. Bij deze schaar hebben de ogen aan de buitenkant een bijzonder soort versiering : het lijkt of er “hapjes” uit het zilver zijn genomen. Deze versiering is typisch voor rond 1800.
Handwerkschaartjes
Op de eerste foto, bovenaan de tekst, zijn een paar onedele handwerkschaartjes met diermotieven te zien, zoals een haan en een ooievaar. Dit ooievaarschaartje is al oud; toch is nog steeds – in een nieuwere versie – in gebruik bij handwerksters. Op deze foto staat nog een handwerkschaartje; als je goed kijkt zie je tussen de ogen en het knipdeel een paar benen. Volgens de overlevering werd vroeger in Amsterdam gezegd: meisje ga door het leven als een schaar, de oogjes wijd open en de beentjes bij elkaar.
Friese scharen met typische versiering
Op de foto staan scharen die allemaal gemaakt door Friese meesters. Opvallend is dat deze scharen allen zijn voorzien van medaillons met figuurtjes.
De linker schaar op de foto is vervaardigd door Theodorus Pas uit Leeuwarden; hij is gemerkt met de pijlenbundel van 1812-1813. Als versiering heeft hij op het tussenstuk een stel staande figuren met op het rechte stuk daaronder een takversiering. Dit is vaker te zien bij Friese scharen. De heer Pas was een praktische zilversmid want hij verbond de schaar en schede met elkaar door middel van een kettinkje.
De tweede schaar is ook van een Leeuwarder zilversmid, namelijk Hendrik Joekes. Deze meester heeft gewerkt van 1790 tot 1811. Het is een beetje vaag maar deze schaar heeft ook de genoemde takversiering.
De derde met dezelfde versiering is van vervaardigd door Roelof Snoek eveneens uit Leeuwarden. Deze schaar heeft als keuren de gekroonde O van 1807.
De laatste schaar op de foto is gemaakt door Sytse Klazes Hoefnagel uit Heerenveen, en afgeslagen met jaarletter 1810.
Alle scharen op de foto – en meer – zijn versierd met medaillons met figuurtjes, en ze zijn gemaakt door Friese zilversmeden. Een medaillon is een rond plaatje zilver dat, in dit geval, is aangebracht op een zilveren schaar. In die medaillons staan veelal figuurtjes, meestal zogenaamde putti. Deze putti zijn mollige, meestal naakte engelachtige kinderfiguurtjes. Bij de laatste schaar op de foto lijken de figuurtjes op een schommel te zitten. Dit soort versieringen komen niet alleen op deze scharen voor maar ook op Friese roomlepels en Friese beursbeugeltjes. Bij de roomlepels komen deze putti voor op het eind van de steel. In de beursbeugels zijn ook vaak medaillons te vinden met afbeeldingen van Vrouwe Justitia en Bijbelse voorstellingen.
Deze versiering met medaillons op scharen ben ik nog niet buiten Friesland tegengekomen. Zou het een typisch Friese versiering zijn? Zilver experts en het Fries Museum kunnen hier géén antwoord op geven. Heeft u misschien wel een antwoord of suggestie?
Chique scharen met parelmoer
Er zijn ook scharen gemaakt met parelmoeren handgrepen. Dit zijn altijd schaartjes gemaakt voor het fijne handwerken, omdat het parelmoer een teer materiaal is. Parelmoeren voorwerpen komen vaak uit Frankrijk. Daar zijn tegen het eind van de 18de en het begin 19de eeuw vele prachtige parelmoeren voorwerpen gemaakt. Deze worden vaak “Palais Royal” genoemd.
Palais Royal
Voor kardinaal Richelieu is omstreeks 1630 een paleis gebouwd in Parijs; dit werd het “Palais Cardinal”. Na zijn dood betrok de Franse Koninklijke familie dit paleis. Toen Louis Philippe, de tweede graaf van Orléans hier zijn intrek nam veranderde hij de naam in “Palais Royal”. In 1780 liet hij de tuinen veranderen en hij liet er ook arcades maken. Zijn doel was dat er restaurants, casino’s en winkeltjes konden komen van excellente ambachtslieden. Hier vestigden zich dan ook parelmoersnijders. Deze parelmoersnijders waren echte vakmensen. Zij maakten onder andere naaigerei – prachtig versierd met bloemen, dieren en de veren.
Op sommige voorwerpen is er nog een mooi extraatje : een rondje met een viooltje in email. Je vindt ze op bijvoorbeeld naaldenkokers of op de bladen van een schaartje. Zie voor een voorbeeld met een vingerhoed in De naaidoos, over zilver antiek naaigerei en meer. Is bij de schaartjes het tussenstuk – tussen de parelmoeren ogen en de knipdelen – verguld, dan spreekt men van “Palais Royal”. Er zijn ook schaartjes die na het parelmoer direct over gaan in staal; die mogen niet de naam “Palais Royal” dragen, ook al heeft het parelmoer dezelfde uitstraling.
De parelmoersnijders uit het “Palais Royal” hebben altijd kleine voorwerpen gemaakt. Deze voorwerpen werden los verkocht, maar zaten soms ook samen in een mooi doosje. Voor de doosjes waren er ook speciale dozenmakers – denk hierbij aan naaidozen, speldozen etc . Zo werden specialiteiten van meerdere ambachtslieden gecombineerd. De mooie “Palais Royal” voorwerpen werden gemaakt tussen 1780 en 1825.
Schaar-etuis
Scharen hebben scherpe punten en om die reden is het goed ze op te bergen in een etui of hoesje. Zo blijven de puntige knipdelen goed beschermd en scherp. Bovendien kan de schaar niet ergens in prikken en niets beschadigen. Je kon zelf een mooie hoesje maken, maar er waren ook hoesjes te koop.
Zo waren er mooie doosjes in “schaarmodel” waarin afgepaste ruimtes waren gemaakt voor 2 of 3 bij elkaar passende scharen. In het doosje op de foto zitten helaas niet meer de originele scharen.
In de 18de eeuw kende men prachtig versierde zilveren schaarhouders die men eventueel ook aan een chatelaine kon hangen. Verder hebben zilversmeden scharen met bijpassende schedes gemaakt zoals ook op de foto te zien is.
Met deze schaar rechts op de foto is wat bijzonders aan de hand, want de knipdelen hebben een bijzondere versiering: ze zijn gedamasceerd. Dit is een techniek die uit Damascus (Syrië) is overgekomen, en sporadisch in Nederland is toegepast. De techniek houdt in dat er motieven in een voorwerp iets uitgediept worden. Deze holtes worden dan weer opgevuld met zilver of goud, en vervolgens gepolijst. Deze schaar is gemaakt door Gerrit Frederik van Geelen uit Schoonhoven, tussen 1858 en 1880. Op de eerste foto links onder aan is ook zo’n zelfde versiering te zien; deze schaar is van Laurens van Gelderen (ook uit Schoonhoven) gemaakt tussen 1861 en 1873. Gedamasceerde scharen kom je niet vaak tegen.
Een geheel zilveren schaar – een prachtig raadsel
Als laatste een vreemde eend in de bijt : een geheel zilveren schaar van een bijzonder model. We weten dat deze schaar ongeveer in 1800 gemaakt is omdat ook hier aan de buitenkant van de ogen de ” hapjes“ versiering zit. Als enige keur heeft hij een “dolfijntje”; dit is een belastingteken dat gebruikt is tussen 1893 en 1906 voor inlandse werken. Waarvoor deze schaar gediend heeft is volstrekt onduidelijk: hij is heel bot. Zowel papier als dunne stof knippen is onmogelijk want het materiaal komt knel tussen de bladen te zitten. Heeft u misschien een idee?
In het boek “Goud en Zilver met Amsterdamse keuren” staat op blz.291 een zelfde zilveren schaar uit ongeveer 1730.
Ook al is de schaar op mijn foto niet te gebruiken – het oog wil ook wat ! Dus laten we van dit bijzondere zilveren model genieten om zijn schoonheid in eenvoud.
Lees ook;
De naaidoos, over zilver antiek naaigerei en meer
Breien een geschiedenis van eeuwen
Bekijk ook;
De collectie antiek klein zilver van Zilver.nl
Een heerlijk stukje weer over dit onderwerp, dankuwel.
Ik heb een wilde suggestie voor de laatste schaar. Ik zag dat de slijtage vooral heel dicht bij het heft zit. Er zijn ook karretjes aan de zijkanten van de bladen.
Zou het iets met eten te maken hebben? Een soort elegante tafelschaar. Om heel kleine vogeltjes te knippen bijvoorbeeld ( brrrrrrrr 🙁 ) Dat het meer om knijpen dan knippen ging?
Beste Ursula,
Wat een leuke informatie over het naaigerei. Ik heb het met plezier gelezen. Toch wil ik je een aanvulling geven: Ik ben naaigerei gaan verzamelen uit boosheid. Bij het overlijden van een huisvrouw is doorgaans niemand geïnteresseerd in de naaidoos, dit in tegenstelling tot de interesse in de gereedschapskist van de heer des huizes. Ik heb toen besloten om dat anders te doen, niet wetend wat een mooie naaiattributen er zijn en wat een interessante verhalen achter deze materie zit. Intussen ben ik wel wijzer geworden en heb ik een aardige verzameling.
Goedenavond Mvr.T. Hazewindus,
Wat bijzonder! Naaigerei is heel interessant en vertelt veel over het leven van vroeger. De kleine gebruiksvoorwerpjes zijn vaak met heel veel zorg en liefde gemaakt.Het is een mooi verzamelgebied, veel leuker dan gereedschap! Ursula