- Home
- /
- Hr. M. Akkerman
- /
- Een diamanten boot
Een diamanten boot
Door Juwelenhistoricus bekend van Tussen Kunst en Kitsch•geschreven op 4 februari 2023• Geen reacties
Inhoudsopgave
Soms is een woord niet wat het lijkt. Zo hebben juwelen die boten worden genoemd niets met varen of schepen te maken. Waar de herkomst dan wel ligt, toont volgend verhaal waar liefde, Lodewijk IV en prinses Mary Stuart een rol in spelen.
:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-03-om-16.33.37.png.png)
Antoon van Dyck, prinses Maria Henriëtte Stuart 1641, Collectie Rijksmuseum Amsterdam. Detail
Mijn overgrootvader, Klaas Bakker Dirkszoon, was architect in Alkmaar, Zijn bouwsels bepalen tot op de dag van vandaag voor een belangrijk deel het gezicht van dc stad cn staan naar mijn bescheiden mening terecht onder monumentenzorg. Uit zijn bewaard gebleven aantekeningen blijkt dat hij een bijzonder mens moet zijn geweest en mede dankzij hem heb ik ooit mijn beroepskeuze tot juwelenhistoricus gemaakt.Verliefd op 'kap en dek'
In 1881 trouwde hij met mijn overgrootmoeder die als kleindochter van een hoofdingeland van de Zijpe en de Hazepolder onder Den Helder, vanaf haar achttiende verjaardag een kostbare met diamanten bezette hoofdtooi droeg, behorend bij de West Friese klederdracht. In die tijd was het echter al gebruikelijk dat wanneer men vanuit de provincie naar de stad verhuisde, de klederdracht werd afgelegd en men 'in het haar' ging, zoals dat werd genoemd.:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-03-om-16.42.54.png.png)
Overal bootjes
De benaming 'boot' werd van oudsher, dat wil zeggen gedurende de 19e eeuw, met name in Noord-Holland gebruikt voor broches en sloten van bloedkoralen en granaten kettingen met een ovale of enigszins ruitachtige vorm, al dan niet bezet met diamanten. Maar ook in de rest van het land was de naam bekend, onder andere in samengestelde vorm als 'bootjes-ketting', een type collier dat vanaf het eind van de 18e eeuw vooral werd gedragen in Groningen, Friesland en de Zaanstreek. Doorgaans zijn deze kettingen bezet met granaat, maar ook hier geldt dat uitzonderingen de regel bevestigen, want het Rijksmuseum kocht enige tijd geleden een exemplaar bezet met goudsteen, in werkelijkheid glas met kopervijlsel, die volgens de keuren omstreeks 1720 werd vervaardigd in Dordrecht, misschien wel voor de Zeeuwse markt. Het is in ieder geval een van de vroegst bekende voorbeelden. Blijkbaar was de oorsprong van de term 'boot' voor een juweel toen niet bekend. De Nederlandse geschied- en taalkundige Willem Bilderdijk (1756-1831) sprak ooit het vermoeden uit dat de benaming zou zijn afgeleid van 'botten' in de betekenis van knoppen of doppen. Maar dat bleek niet juist te zijn. In de 'Camera Obscura' van Nicolaas Beets uit 1839 wordt in het hoofdstuk 'De Familie Stastok', een theevisite beschreven, waarin de schrijver verteld: '. . ..Op dat ogenblik treedt mijn tante binnen.. ..Zij heeft om haar hals een snoertje fijne paarlen met een juweelen bootje.. ...'. Een vergelijkbare situatie is ook al te vinden in de beschrijving van juwelen na het overlijden van de Amsterdamse burgemeester Jacob Hinlopen in 1705. Ter gelegenheid van zijn huwelijk in 1667 met zijn volle nicht Deborah Popta (1644-1700) gaf hij haar volgens een door haar eigenhandig opgestelde inventaris met onder andere twee snoer peerlen om mijn hals bestaande in soo veel stucks: 100 en 4 en een kleijn bootje aghteraen de peerlen'. In beide gevallen werd in ieder geval tóen met een 'bootje' een slot bedoeld, zoals dat later ook in de streekdracht dikwijls het geval zou zijn.De alleen in het Nederlands verbasterde vorm van 'boîte' tot boot werd al vroeg gebruikt voor juwelen die niets meer te maken hadden met de oorspronkelijk betekenis van een doosje.
Koninklijk geschenk
Maar in het tijdschrift 'De Hollandsche Spectator', dat van 1731 tot 1735 verscheen, vinden we een heel andere betekenis. De belangrijkste auteur van dit tijdschrift, Justus van Effen, beschreef in 1733 hierin de kleding en juwelen van een tijdgenoot: '.....zijn vaders portret, in een gouden boot hangende, aan de orlogiekeeten zijner moeder.....'. Blijkbaar ging het hier om een miniatuur portretje, wellicht op ivoor geschilderd, gezet in een gouden montuur en waarschijnlijk beschermd door glas of kristal. Vergelijkbare beschrijvingen vinden we een eeuw eerder al in inventarissen van prinses Amalia van Solms. In 1667 bevonden zich in haar collectie 'De schilderije van sijne Hoochheyt Prins Frederik Hendrick in een cristalle boot' en een ander 'in een goude boot'. En reeds in 1640 was zij in het bezit van 'Een conterfeytboote met 4 groote fazetten (diamanten) waerdich 16000.00'. Een conterfeitsel is een oude term voor een portret en met deze "conterfeytboote" komen we dan ook dicht bij de oorsprong van de benaming boot als juweel. In 1683 kreeg de Nederlandse diplomaat Anthonie Heinsius (1641-1720) tijdens een bezoek aan Frankrijk een zogenaamd presentatiegeschenk van koning Lodewijk XIV. Het ging om een geëmailleerd miniatuur van de koning in een diamanten entourage. Een dergelijk koninklijk geschenk kon als een insigne worden beschouwd en bijvoorbeeld gedragen worden aan een lint, onder andere als dank voor een verleende dienst of uit oogpunt van speciale vriendschap. Het vormt een schakel tussen de 16e-eeuwse genadepenning en de tegenwoordige ridderorde, die in de Empiretijd ontstond. Volgens een bewaard gebleven rekening betaalde de koning aan de goudsmid Montary 2648 livres (goudfrancs). 'pour une boîte à portrait de soixante huit Diamans à facette donné au Sr Heinsius Envoyé des Etats de Hollande'. Een 'boîte à portrait', een doosje dus met een portretje. Dit juweel is bewaard gebleven, ook al zijn in de loop der tijd de diamanten eruit verdwenen. Maar belangrijker voor ons is dat het originele etui nog steeds aanwezig is.:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-03-om-17.12.10-e1675440986929.png.png)
:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-03-om-17.12.38-e1675441075809.png.png)
:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-04-om-14.10.55-e1675516709298.png.png)
De benaming boot' werd van oudsher, dat wil zeggen gedurende de 19e eeuw, met name in NoordHolland gebruikt voor broches en sloten van bloedkoralen en granaten kettingen met een ovale of enigszins ruitachtige vorm, al dan niet bezet met diamanten.
Een boot uit een doosje
De benaming 'boîte à portrait' werd al spoedig ook gebruikt voor het juweel zonder het bijpassende doosje en blijkbaar ook voor juwelen mét én zonder miniatuurportret, die alleen nog qua vorm aan het oorspronkelijke voorbeeld doen denken. Dit blijkt uit verschillende bronnen, zoals inventarissen. In het toonaangevende modellenboek 'Traité des pierres précieuses et de la maniere de les employer en Parure' uit 1762, geeft de auteur Jean Henri Prosper Pouget voorbeelden van 'Boëtes à Portrait' voor 'Brasselets' (armbanden). Inderdaad werden ze in die tijd vaak als sluiting aan armbanden gedragen, zoals is te zien op het beroemde portret van Madame de Pompadour door Francois Boucher. Maar de tekeningen van Pouget laten ook exemplaren zien, waarin alleen stenen werden verwerkt en geen plaats lijkt te zijn voor een portretje.:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-04-om-14.22.55-e1675517049872.png.png)
:quality(40)/blog.zilver.nl/wp-content/uploads/2023/02/Schermafbeelding-2023-02-04-om-14.29.55-e1675517554615.png.png)