Puur natuur! Naaigerei van dierlijk materiaal
Inhoudsopgave
Vroeger werd mooi dierlijk materiaal gebruikt voor velerlei voorwerpen. Deze voorwerpen gemaakt uit dierlijke materialen werden soms versierd met goud of zilver. Verschillende dierlijke materialen zoals schildpad, ivoor en parelmoer waren geliefd voor chique naaigerei. In onze tijd kijken we heel anders tegen het gebruik van dit materiaal aan.
Schildpad
Van het bewerkte schild van bepaalde schildpadden werden sier- of gebruiksvoorwerpen gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn lepeldoosjes, handvatten van lorgnetten, sierhaarkammen, visitekaartjeshouders, waaiermonturen, brillenkokers en ook naaigerei.
Deze voorwerpen kregen soms een versiering in goud of zilver toegevoegd. Dit steekt mooi af tegen de donkere kleur van schildpad en heeft een rijkere uitstraling.
Een tip voor het onderhoud van schildpad : om het mooi te houden zou je het af en toe met een druppeltje amandelolie in moeten wrijven. Let hierbij wel op de zilveren / gouden appliques!
Parelmoer
Parelmoer is afkomstig van schelpdieren. Vanwege de mooie zachte glans en de heldere kleur – wit, soms crème tot licht grijs – was het een geliefd materiaal om kunstwerkjes van te maken. Denk hierbij aan heften van bestek, sieraden, waaiermonturen, doosjes, naaigerei maar ook knoopjes voor aan de kleding.
Diegene die parelmoer bewerken heten parelmoersnijders en zij maken gebruik van fijne figuurzaagjes. In Amsterdam leefde in de 17e eeuw parelmoersnijder van Franse afkomst, waar we nog de naam van roemen: Jan Bellikin. Ook zijn zonen beheersten de techniek om parelmoer fijntjes te bewerken. Van één van hen is in het Rijksmuseum in Amsterdam een bewerkte nautilus schelp te bewonderen.
Frankrijk staat bekend om het mooie parelmoerwerk. Beroemd is het naaigerei met een geëmailleerd viooltje erop. Dan spreken we van “Palais Royal” naar de locatie in Parijs waar dit werk van uitzonderlijke kwaliteit verkocht werd.
Hoorntjes
Men was altijd op zoek naar iets bijzonders om mee te pronken. Of het nuttig was, dat was nog maar de vraag. Deze naaldenkokers en breipendoppen zijn hoorntjes die ook echt van dieren afkomstig zijn.
Bij deze naaldenkokers was het niet mogelijk om er een schuif- of schroefkoker van te maken. Er is dan ook een dop van een ander materiaal. Deze dop sluit door middel van een koordje. Dit koordje loopt door het hoorntje en komt aan de onderkant weer naar buiten. Als je hier aan trekt sluit het geheel min of meer. Mooi uitgedacht, maar het werkt niet goed. Dit soort werk is rond 1850 in de mode geweest
Schelp
Soms worden schelpen gebruikt voor naaigerei. Ze moeten dan wel groot genoeg zijn. Deze tijgerschelp is 9 cm lang en 6,5 cm breed. Nadat de schelp doormidden is gezaagd zijn de randen voorzien van zilveren monturen met een bloemmotief en de tekst “Souvenir d’Amitié” ofwel “Herinnering aan Vriendschap”. Deze monturen zijn gemaakt door de firma J.Lang en Ch.Koops uit Rotterdam in 1856.
In het onderste deel van de schelp zit stevig materiaal met uitsparingen voor naaigerei. Het geheel is gevoerd met blauwe stof. Het naaigerei moet speciaal voor deze schelp gemaakt zijn want alles past exact en het geheel sluit perfect. De zilversmid hiervan is weduwe Poolman-Galle. Zij werkte tussen 1851 en 1859 in Amsterdam. Dit kostbare geschenk zal in opdracht gemaakt zijn.
Lees ook het blog: Souvenir
Maar over de andere kant gezaagd en ook met een zilveren montuur is het zo maar een snuifdoos.
Naaigerei van Hendrik Remmers
Ivoor
Bij ivoor denken we als eerste aan de slagtanden van de olifant; toch zijn hier meer mogelijkheden. Het kan namelijk ook van een nijlpaard of wild zwijn komen. En zelfs de walrus of narwal – beide zeedieren – kunnen ivoor leveren. Ivoor is wit tot witcrème van kleur, hard materiaal en glanzend. Het wordt o.a. gebruikt voor handvatten, doosjes, beeldjes, sieraden en naaigerei, soms glad en soms bewerkt.
Terecht is de wetgeving over de verkoop van dierlijke materialen heel streng. Ivoren voorwerpen moeten bij verkoop bijvoorbeeld aantoonbaar van voor 1947 zijn en het liefst zijn voorzien van een certificaat. De hier getoonde voorwerpen halen deze leeftijd ruimschoots.
Deze kluwenbakjes hebben alle 3 een bijzonder versiering. Eén heeft een bodem van een plaatje schildpad op hout, ook een dierlijk en duur materiaal, met een tekst erop: “Souvenir d’Amitié”. Waarschijnlijk voor een geliefde gemaakt tussen 1800 en 1850.
Het kluwenbakje met de handvatten heeft 2 vlakken met ribbels aan de buitenkant. Op de rand aan de bovenkant zijn stalen nagels ingeslagen. Dit is een versiering die men vaker ziet in de periode 1800-1850. Deze versiering heet “clouté“.
Het derde bakje is helemaal glad maar heeft als versiering 3 zilveren banden. Deze zijn gemerkt met het zwaardje dat vanaf 1814 in gebruik is voor kleine zilveren voorwerpen. Het meesterteken van de zilversmid is ook 3 keer afgeslagen. Het is van Hendrik Remmers uit Amsterdam. Dit meesterteken -hij heeft er meerdere gehad – is gebruikt tussen 1812 en 1820. Met het zwaardje na 1814 en einde meesterteken in 1820 is dit dus te dateren tussen 1814 en 1820. Een mooi gaaf kluwenbakje nu 200 jaar oud!
Remmers heeft veel naaigerei gemaakt en ook veel met een “bandjes versiering” zoals op dit bakje.
Ondanks het feit dat we heel anders zijn gaan denken – en dus beslist niet piekeren over het maken of aanschaffen van nieuwe voorwerpen gemaakt van schildpad of ivoor – kunnen we wel in verwondering kijken naar de antieke stukken en het vakmanschap waarmee ze gemaakt zijn. Ik hoop dat wij nog lang kunnen genieten van deze mooi bewerkte materialen en prachtig vormgegeven stukken.
Lees ook:
Hoorn, een paar eeuwen zilveren naaigerei
De naaidoos, over zilver naaigerei en meer
Bekijk ook de collectie van Zilver.nl: