Een tamboureernaald is een even herkenbaar als intrigerend voorwerp. Hij is nog het best te beschrijven als een apart soort korte haaknaald, die altijd met een vleugelmoertje wordt vastgezet in een houder. Die houders zijn meestal prachtig gemaakt uit vele verschillende materialen; denk hierbij aan ivoor, been, hout, agaat, parelmoer en zilver of een combinatie van deze.
[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]
Schilderij van Claude Monet
[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]
Moderne stekenlap op tule.
[/su_column][/su_row]
Hoe wordt de tamboureernaald gebruikt?
Inhoudsopgave
Met de tamboureernaald wordt niet gehaakt op de bekende manier, maar geborduurd. Op machinale tule, een fijne stof met regelmatige honingraatvormige openingen en dunne mousseline (een lichte, transparante stof) wordt een bijzondere borduurtechniek toegepast.
De stof wordt strak gespannen in een houten frame. Dit frame staat op een onderstel. De borduurster zit tegen dit frame aan. Hierbij leidt ze met haar linkerhand het garen onder de stof. De haaknaald en de rechterhand zijn altijd boven de stof.
De haaknaald wordt met de vleugelmoer zo vastgezet dat de haak van de naald en de vleugelmoer dezelfde kant op wijzen. Wanneer je de haaknaald door de stof naar beneden steekt om de draad naar boven te halen kijk je naar het vleugelmoertje dat naar dezelfde kant wijst als het haakje van de naald. Zo komt dan de draad makkelijk en op de juiste manier naar boven. Met de haaknaald wordt op de stof altijd de kettingsteek geborduurd. Bij tule – dat een regelmatig aftelbaar weefsel heeft – kan men de draden tellen om een patroon te maken. Mousseline is niet aftelbaar en daar moet eerst een patroon opgetekend worden. De buitenkant van een motief wordt altijd met een dikkere draad gewerkt met een grovere naald en verder naar binnen met dunner garen en evenzo dunnere naalden. Dit geeft een mooi effect.
Friese klederdracht met tule borduurwerk
Pronken met fijn borduurwerk
Je zou het nu niet zo zeggen, maar deze manier van borduren werkt snel na enige oefening. In de 18e en vroeg 19e eeuw werd in India China maar ook in en Frankrijk veelvuldig op deze manier geborduurd op mousseline. Deze versierde mousseline werd dan gebruikt voor luchtige mooie jurken en zakdoeken. In die tijd waren de zakdoeken groot. Deze grote zakdoeken zijn te zien op schilderijen uit die periode, want ze waren alleen voor de sier en de pronk – en dan kwam de fijne borduurwerk mooi uit. De techniek van borduren op tule komt uit België, Schotland en Frankrijk. In de klederdrachten is deze borduurtechniek terug te vinden. Zo werd in Friesland bij de zondagse ofwel feestelijke dracht geborduurde tule gebruikt voor het sierschort en de tipdoek, de driekantige stola.
Tamboureernaalden in meerdere delen
Er is een enorme variatie aan tamboureernaaldhouders. Sommige houders zijn gemaakt als één geheel. Denk hierbij aan een zilveren houder, of van agaat met zilveren monturen. Maar zilveren, ivoren en parelmoeren houders kunnen ook uit meerdere delen bestaan: in deze materialen kan schroefdraad gemaakt worden.
In deze deelbare houders kunnen in het bovenste holle deel extra naalden van verschillende diktes bewaard worden. Dit wordt door het middenstuk afgesloten door middel van schroefdraad. Het onderste deel van de houder kan daar weer aangeschroefd. Dit klinkt heel ingewikkeld, maar is erg handig want zo heb je een langere houder. Dit geeft meer houvast bij het borduren. Dit is bij de 2 identieke zilveren naalden op de foto goed te zien.
Het onderste deel van de houder heeft nog een tweede functie. Dit stuk kan namelijk over de haak geschroefd worden wanneer je stopt met werken. Op deze manier is de tere naald goed beschermd wanneer er niet mee gewerkt wordt. Een voorbeeld hiervan is de ivoren naald op de foto.
Tot slot een houder die uit één stuk bestaat; deze heeft geen mogelijkheid om meerder naalden op te bergen en ook geen beschermingsdop. Deze naalden hebben minder bewerkingen ondergaan en zijn dus goedkoper.
Kleinwerkers van naaigerei:
Nederlandse zilversmeden hebben ook de tamboureernaalden gemaakt. Er zijn prachtige voorbeelden bekend waarbij niet alleen het handvat of de houder versierd werd. Ook werd soms een leuke model gegeven aan het vleugelmoertje : denk hierbij aan de vorm van een hartje of soort molentje. Er zijn vele zilversmeden bekend die tamboureernaalden gemaakt hebben. Voorbeelden hiervan zijn onder andere Bruinings en van de Meulen uit Joure, en ook Preyers en Uriot uit Amsterdam. Uit Schoonhoven zijn Weduwe van Halteren en Kooiman bekende makers. Het maken van de tamboureernaalden is dus zeker niet plaats gebonden. De genoemde zilversmeden zijn allemaal kleinwerkers die ook ander naaigerei gemaakt hebben.
Bekijk ook: de collectie antiek zilver naaigerei van Zilver.nl
Lees ook:
Over speldenkussens en speldendoosjes – hoe werden kostbare spelden bewaard?
Naaischaren in diverse vormen, maten en materialen
Een compendium, naai- ofwel reisnecessaire