De eerste aparte eetkamers ontstonden in de 18e eeuw
Inhoudsopgave
In de eerste helft van de 18e eeuw kwamen de aparte eetkamers in opkomst. Louis XV bijvoorbeeld liet er één op Versailles maken. Het waren prachtige kamers met een grote tafel en een buffet, aangekleed met zilver, kristal en porselein. Uiteindelijk had aan het eind van de 19e eeuw iedere gegoede burger een eetkamer. De tafel diende zorgvuldig gedekt te worden. Alle schotels moesten symmetrisch gerangschikt en de tafel versierd met bloemen en tafelstukjes. Zilver stond symbool voor voorspoed en rijkdom. De gefortuneerde mensen hadden dan ook vele zilveren tafelstukken in de vorm van vogels, herten, boten en vazen.
Heel veel mooi zilver op de eettafel
Al in de Middeleeuwen gebruikte men enorme tafelkleden die tevens als servet dienst deden. Rond de 17e eeuw werd het gebruik van een tafelkleed essentieel in de rijkere huizen. Net als het tafelzilver toonde de kwaliteit van het kleed de rijkdom van de familie. Servetten werden in Frankrijk gebruikt vanaf de 15e eeuw. Niemand minder dan George Washington schreef in 1750 in een boekje dat mensen niet meer hun gezicht aan het tafelkleed af moesten vegen maar aan het servet. In de loop van de eeuwen werd het servet steeds kleiner en in 1920 verschenen de eerste papieren wegwerp exemplaren.
In het midden van de 19e eeuw had het tafellinnen zijn topperiode. Van vorstenhuis tot burger, iedereen had tafellakens en servetten. Elk jong meisje spaarde ervoor in haar uitzet en borduurde initialen in het kleed of servet, linnen of damast. Nog altijd wordt tafellinnen gewaardeerd. Een goed geperst en gesteven kleed met mooie bijpassende servetten staat nog steeds voor goede smaak. De tafels werden ook gedekt met glazen voor water en wijn. Helder, kleurloos glas vond zijn oorsprong in de 15e eeuw in Venetië. Langzamerhand verspreidden deze glastechnieken zich en werden steeds verbeterd. Eind 19e eeuw produceerden glasmakers wijnserviezen die uit 12 glazen in zes verschillenden maten bestonden aangevuld met karaffen.
Belangrijk op de eettafel waren de zilveren kandelaars
Een zeer belangrijk voorwerp op de eettafel wat zeker niet mocht en mag ontbreken is de kandelaar. Er zijn zilveren kandelaars bewaard gebleven vanaf de tweede helft van de 17e eeuw. De afneembare vetvanger, de bobesk, werd rond 1740 geïntroduceerd. Het gezellige kaarslicht maakt nu nog steeds alles aan tafel zachter en mooier.
En dan natuurlijk, niet te vergeten, mooi tafelzilver. Er is keus uit drie eeuwen vakmanschap in vele stijlen voor ieder wat wils.
De mens heeft in zijn culinaire revolutie eten en drinken verheven tot een kunstvorm. Vooral tijdens het eten geldt de regel ‘Het oog wil ook wat’. Een mooi gedekte tafel met fraai porselein en glimmend tafelzilver, kristal en natuurlijk fijn gezelschap doen het eten absoluut beter smaken!
Lees ook:
Oude zilveren messen, een zoektocht!