Philippe Wolfers
Inhoudsopgave
De orchidee was de lievelingsbloem bij uitstek van de belle époque. Dat was voornamelijk te danken aan het ongewone en exotische aspect van de bloem, die in tropische oerwouden met moeite kon worden gevonden of in kassen moest worden gekweekt. Het geheimzinnige en exclusieve karakter maakt de orchidee tot een geliefd symbool van de decadentie. De diverse grillige vormen en de vele kleuren pasten bovendien volkomen in de art nouveau en vooral de goudsmeden wisten de natuurlijke schoonheid van de bloem soms zelfs te overtreffen.
Ook de Belgische kunstenaar Philippe Wolfers (1858-1929) verwerkte het orchideemotief veelvuldig. Voor 1900 voornamelijk op zilveren, bronzen en kristallen objecten en twee gespen en na dat jaar uitsluitend in hangers met als enige uitzondering een haarornament. Dit haarsieraad bevindt zich sinds 1962 in de collectie van het Victoria & Albert Museum te Londen en werd daar vanaf het begin gedateerd op 1902. Aan de achterzijde is het voorzien van het monogram PW en de toevoeging ‘Ex:unique’.
De orchidee
Als model gebruikte Wolfers het ‘Venusschoentje’ (Paphiopedilum) en het driedimensionale juweel van bijna acht centimeter werd uitgevoerd in geelgoud. In het hart zijn één grote en een aantal kleinere briljanten gezet en de hoofdnerven worden aangegeven door lijnen kleine gecalibreerde robijntjes. De bloem is verder geheel voorzien van blauwachtig vensteremail, waarbij de bladnerven de celwanden vormen. Deze orchidee kan zonder enige twijfel beschouwd worden als het absolute topstuk uit het Wolfers-oeuvre.
Philippe Wolfers behoorde tot de grootste emailleurs van zijn tijd en kan dan ook in één adem worden genoemd met Eugène Feuillâtre (1870-1916), die onder andere ook voor René Lalique emailleerde, Etienne Tourette, jarenlang emailleur bij Georges Fouquet, en André Fernand Thesmar (1843-1912), die in sommige vakliteratuur als de herontdekker van het vensteremail wordt genoemd. Voor de verschillende emailtechnieken, maar met name voor die van het vensteremail of plique-à-jour’, volgde Wolfers – evenals onder andere Tourette – lessen bij de grote Parijse emailleur Louis Houillon.
Vensteremaille
Deze uiterst moeilijke techniek was waarschijnlijk al bekend bij de Etrusken, maar werd in ieder geval in 1568 door Cellini beschreven in het tweede hoofdstuk van zijn Trattati dell’ Oreficeria e della Scultura’, om spoedig daarna in de vergetelheid te raken. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd de techniek herontdekt. Misschien bij toeval, misschien dankzij het in die tijd in het Frans vertaalde Cellini-manuscript.
Verschillende emailleurs eisten de eer van de herontdekking voor zich op. De juwelier Boucheron kreeg er zelfs een patent op en vervaardigde reeds in 1878 een collier voor de actrice Sarah Bernhardt met diamanten, kleurstenen en vensteremail. De eerste voorbeelden door Thesmar werden precies tien jaar later geëxposeerd.
Bij deze techniek wordt het email in cellen van gouddraad of uitgezaagd goudplaat tijdens het ovenproces voorzien van een tijdelijke ondergrond van mica of dun koperblad. Na verwijdering hiervan geeft het voorwerp een ‘glas in lood’ effect, vanzelfsprekend vooral wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden.
De meeste emailleurs verwerkten het vensteremail, dat een kenmerk voor het Franse art nouveau juweel werd, op de ‘makkelijkste’ manier, namelijk het platte vlak. Driedimensionale vormen bleken technisch bijzonder moeilijk uitvoerbaar te zijn.
Wolfers gebruikte voor zijn orchidee waarschijnlijk een tijdelijke ondergrond van koperblad, dat exact moest aansluiten op het gouden montuur en door middel van een zuur werd verwijderd. Met een op hout gestookte emailleeroven zonder moderne thermostaat was het resultaat geheel afhankelijk van groot vakmanschap en veel ervaring. Bovendien smolt Wolfers in het email minuscule stukjes goudfolie mee, zogenaamde ‘paillons’, een methode die verder alleen is toegepast door Tourette, Feuillâtre en Thesmar. Deze paillons gaven aan het email een iriserend effect, maar brachten ook een extra risicofactor met zich mee omdat de uitzetting van de metaalsnippers tijdens verhitting verschilt met die van het omringende email.
Tenslotte moesten na het ovenproces de briljanten en robijntjes nog worden gezet. De kracht waarmee dit zetten altijd gepaard gaat, betekende eveneens een groot risico voor het email.
Het adembenemende resultaat dat door Wolfers in dit juweel werd bereikt, werd zijn collega’s nauwelijks ooit geëvenaard en uniek in zijn eigen oeuvre.
Het ontwerp
Voor de ontwerptekening, die enige jaren geleden werd gevonden, gebruikte Wolfers geel-bruin transparant perkamentpapier van het merk BFK RIVES dat onder andere ook door Lalique en Fouquet werd aangewend. Het unieke van deze tekening bestaat hierin dat Wolfers op de achterzijde de orchidee aquarelleerde, terwijl hij op de voorzijde het juweel tekende, waarbij hij de briljanten en robijntjes en de cellen voor het vensteremail aangaf.
[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Tegen het licht gehouden vallen de aquarel en de tekening precies over elkaar heen. Dit systeem werd door andere goudsmeden nooit toegepast, maar blijkt bij Wolfers ook éénmalig te zijn.
Over zijn bloementekeningen schreef de Engelse kunstcritica Mrs. Whitby in 1901 in “The Magazine of Art’:
`Wolfers makes such excellent drawings of the real flowers which figure so constantly in his productions that he is often requested by the heads of art schools to allow them to be used as models by their pupils.’
De tekening is gedateerd op 23 december 1905, zodat het juweel naar alle waarschijnlijkheid begin 1906 ontstond. Het was daarmee één van de laatste unieke juweelontwerpen van Wolfers, die zich korte tijd later geheel ging richten op beeldhouwen. In het persoonlijk door het tussen 1897 en 1904 geschreven register, de ‘Catalogue des Exemplaires uniques’ komt het juweel vanzelfsprekend niet voor.
De tekening is van onschatbaar belang als kunsthistorisch document en voor het juweel in het Victoria & Albert Museum te Londen, dat nu vrijwel exact gedateerd kan worden.
Martijn Akkerman
Lees ook van Martijn Akkerman:
Een broche met het portret van Sarah Bernhardt
Bekijk de collectie van Zilver.nl: