Het compendium – eeuwenlang onmisbaar naaigerei
Inhoudsopgave
Een compendium, dat ook wel ‘naaitorentje’ werd genoemd, is een soort Zwitsers zakmes voor de handwerkster of naaister. Er zijn in de loop van de tijd verschillende soorten en maten gemaakt, met elk hun eigen mogelijkheden. De vroegste zilveren exemplaren dateren van rond 1800.
Deze smalle compendiums, of naaitorentjes, variëren in lengte van 8,5 tot 11 cm
Ontwerp
Het ontwerp van deze antieke zilveren compendiums is grofweg gelijk. Het is een staand voorwerp, dat losgeschroefd of geschoven kan worden om handige naaiattributen tevoorschijn te toveren. Niet alle compendiums hebben dezelfde mogelijkheden. Wel hebben ze allemaal een naaldenkoker en een vingerhoed met daaronder twee kleine garenklosjes. Het middelste voorbeeld op de foto is een uitgebreide versie: na de naaldenkoker komt een talkstrooiertje. Dit strooiertje bestaat uit twee delen. Het onderste deel als reservoir en als beide delen op elkaar geschroefd worden kan men strooien uit het bovenste deel. Het talkpoeder werd gebruikt om klamme handen weer wat stroever te maken, zodat men weer wat beter kon naaien of borduren.
Het deel dat op het talkstrooiertje geschroefd wordt vormt de onderkant van een héél klein compartiment. Dit compartiment bevatte vaak wat bijenwas, en werd ‘het wasje’ genoemd. De bijenwas werd gebruikt om het garen, dat toen nog niet mooi glad was, over heen te halen en het zo gladder te maken. Het bovenste compendium op de foto is wat eenvoudiger: hier ontbreekt het brede deel van de talkstrooier. Het ‘wasje’ is hier in het onderste bolle deel.
[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Twee gelijke compendiums – ofwel naaitorentjes – in open en dichte toestand. Het merkwaardige is dat de naaldenkokers meestal aan beide kanten open kunnen, hier is dit ook goed te zien. Bij het kleinste compartimentje nemen we altijd aan dat het voor was geweest is. Hierbij ook een voorbeeld dat er een geursponsje in kan zitten.
Zilverkeuren
Deze prachtige, maar ook zeldzame zilveren voorwerpen zijn waarschijnlijk rond 1800 in Duitsland gemaakt . Ze zijn daar toen helaas niet gemerkt met zilverkeuren of meestertekens. Lang niet alle compendiums die vervolgens in Nederland op de markt kwamen, zijn gemerkt met een herkeur; gelukkig is dat wel het geval bij deze exemplaren.
Beide dragen het stadswapen van Amsterdam – de drie Andreas kruisen. De bovenste heeft ook nog de gekroonde O, een belasting herkeur van 1807. De onderste heeft naast de Andreas kruisen ook een jaarletter. Het keur is niet goed afgeslagen, maar lijkt een ‘F’. Dan dateert hij van 1765.
Mini-compendiums
Deze vier kleine compendiums lijken sterk op hun ‘grote broers’, waarbij ze verschillende functies samenbrengen. Sommigen zijn voorzien van een oogje om met een ketting aan een chatelaine te kunnen hangen. Allemaal hebben ze een standaardje om op te staan. Misschien is dit voetje bedoeld geweest om één kleur garen op te wikkelen. De grote compendiums hebben hiervoor een spoeltje onder de vingerhoed.
[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Samengebouwd en de losse onderdelen – dezelfde compendiums
Op de linker foto staan de kleine compendiums in dichte toestand; ze lijken op een kleine urn. Wanneer de compendiums open zijn gemaakt, is het verschil in functie goed te zien. De bovenste bestaat uit een talkstrooiertje en het kleine compartiment waarschijnlijk voor was. Dit strooiertje bestaat maar uit één onderdeel: het moet dus gevuld worden door de kleine gaatjes, niet erg praktisch! De keuren op dit compendium zijn helaas onleesbaar. De samenstelling van het onderste exemplaar is anders: een vingerhoed en een klein doosje – waarschijnlijk een ‘wasje’. Hier is ook te zien dat de binnenzijde verguld is, iets wat vaker voorkomt.
Oud en nieuw
De twee linker compendiums op deze foto zijn originele, oude exemplaren. Waarschijnlijk is één vingerhoed van later datum is gezien de andere versiering. Het middelste exemplaar is een eenvoudige uitvoering, vermoedelijk Frans. De twee rechter compendiums lijken oud en de voorlaatste heeft ook die uitstraling, maar schijnt bedriegt: beide exemplaren zijn gekeurd met het zwaardje van na 1953. Het afgeslagen meesterteken is van G.J. van den Bergh uit Schoonhoven die pas vanaf 1981 zijn bedrijf voert. Zo zie je maar, het is en blijft altijd goed kijken naar de keuren op zilveren voorwerpen of deze kloppen met de gebruiksperiode en versiering.
[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][su_column size=”1/2″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Moderne voorbeelden uit de 20e en 21e eeuw
Ook in later eeuwen is men het nut van een compendium blijven zien. We hebben het dan over een reis- of naainecessaire. Dit zijn vaak kleine buisjes met als inhoud een naaldenkokertje met daaromheen twee of drie klosjes voor garen. Het dekseltje dient als vingerhoed. Deze moderne, goedkopere varianten op het compendium werden veelal gebruikt voor reclame doeleinden. Dit is goed te zien aan de opdruk, enkele voorbeelden: D.M.C. en Thieriez als reclame voor garen, het Duitse kledingmerk Kübler voor een modewinkel in Haarlem. Maar ook “Kevelaer”, een bedevaartsplaats in Duitsland, en “Kasteel Twickel” in Delden, met het gele kwastje, is een vakantie souvenir.
Zelfs bij de militaire uitrusting hoorde een stevig houten exemplaar met onder de klosjes nog een priem. Ook hotels van over de hele wereld doen mee; zij bieden hun gasten vaak een dunne kartonnen uitvoering.
Naast de eenvoudige exemplaren is er soms ook nog een zilveren compendium te vinden. Dit is een hele luxe want in de dop van het naaldenkokertje is een mini schaartje bevestigd. Deze is gemaakt door de Firma W.en G. Hooijkaas uit Schoonhoven tussen 1943 en 1946 – merkwaardig zo’n luxe artikel in oorlogstijd. Verder is er nog een herkeur voor 1ste gehalte zilver vanaf 1953.
Het is interessant om te zien hoe oude gebruiksvoorwerpen blijven bestaan en, in een modern jasje gestoken, nog steeds de huidige naaisters van dienst zijn.
Lees ook van de verzamelaar: