Als prins, koning of keizer bedank je getrouwen uiteraard met cadeaus die passen bij je status. De geschiedenis kent dan ook vele zogenoemde presentatiegeschenken die vervaardigd zijn van kostbare materialen en voorzien zijn van een koninklijk monogram of portret. Tot zijn grote verbazing trof Martijn Akkerman zo’n geschenk van een Nederlandse prins aan in Australië!
Maxima
Inhoudsopgave
Koningin Maxima draagt al sinds enkele jaren armbanden met de namen en initialen van haar dochters. Daar is nog een armband bijgekomen, die is voorzien van haar met diamantjes bezette naam. Evenals de armbanden van koningin Anna Paulowna uit het begin van de 19de eeuw, die naast de namen en initialen van haar en koning Willem II ook nog het gevlochten haar van beiden bevatten, hebben dergelijke juwelen natuurlijk een uitgesproken emotionele waarde voor de draagster.
Presentatiegeschenken
In de geschiedenis van het juweel werden echter ook regelmatig juwelen met de naam van de vorst of vorstin vervaardigd, die vervolgens werden geschonken aan personen die zich op de één of andere manier verdienstelijk hadden gemaakt. Deze juwelen vallen onder de zogenoemde presentatiegeschenken. Koningin Wilhelmina bijvoorbeeld gaf regelmatig gouden armbanden, waarin haar naam met diamantjes bezet was verwerkt, ten geschenke. Voor dit doel leverde zij aan juwelier Bonebakker in Amsterdam een speciaal voor dit doel geschreven handtekening.
Hangers met de initialen W en E in diamanten en robijnen werden door de koninginnen Wilhelmina en Emma geschonken tijdens het regentschap van de laatste tussen 1890 en 1898. Koningin Emma gaf bovendien dikwijls ook nog persoonlijker cadeaus. Zo kreeg freule Henriëtte van de Poll in het begin van de jaren 1890 een rechthoekig ornament, dat zij met een zijden lint om de hals droeg- zie foto bovenaan. In de loop van de daaropvolgende jaren kreeg de freule er telkens eenzelfde ornament bij, waarschijnlijk als kerstgeschenk, zodat ze na een bepaalde tijd een compleet collier-de-chien bij elkaar verzamelde – zie foto hieronder.
Ook in het buitenland kent men het begrip presentatiegeschenk. In de tentoonstelling Juwelen! in de Hermitage Amsterdam, waren diverse voorbeelden aanwezig, waaronder een ring met blauw email en de letter A in diamanten, die ooit door tsaar Alexander I aan iemand werd geschonken. Een wandelstok met het monogram van tsarina Catharina de Grote werd in de catalogus beschreven als haar persoonlijk bezit, maar waarschijnlijk gaat het hier eveneens om een koninklijk relatiegeschenk. En van koning Charles III is bekend dat hij nog regelmatig manchetknopen met zijn initialen of het wapen van de Prins van Wales weggeeft.
Herkenbare gelaatstrekken
Tijdens één van de vijf reizen die ik heb gemaakt om voordrachten over juwelen te geven in Australië en Nieuw-Zeeland, vond ik in Melbourne een ring met een op ivoor geschilderd miniatuur van prins Willem V in een diamanten entourage. De juwelier in kwestie dacht dat het om een Engelse prins ging, omdat de ring ooit werd aangekocht van een familie die generaties geleden vanuit Engeland naar Australië was gekomen. Men twijfelde niet aan mijn determinatie, maar men vroeg zich wel af hoe een Hollandse ring uit de 18de eeuw dan zo’n reis had kunnen maken. Als juwelenhistoricus kon ik hier een antwoord op geven. Natuurlijk kan nooit worden vastgesteld hoe het precies is gegaan, maar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zou mijn conclusie kunnen kloppen.
Afgezien van de bevestiging door de oranje sjerp is de prins duidelijk herkenbaar aan zijn gelaatstrekken. Een vergelijking met bestaande afbeeldingen van hem bevestigt dat beeld ogenblikkelijk. Op mijn miniatuur is geen signatuur te vinden, maar in de collectie miniaturen in het Koninklijk Huisarchief is een vergelijkbaar exemplaar aanwezig in een hanger met een entourage van pareltjes. Dat exemplaar draagt het monogram L.T. van de schilder Leonard Temminck, die in 1753 in Den Haag werd geboren en in 1813 in Amsterdam overleed. De overeenkomst tussen de beide miniaturen is zo groot, dat we gevoeglijk kunnen aannemen dat Temminck ook het portret in de Australische ring omstreeks 1785 heeft vervaardigd.
Vlucht naar Engeland
In 1795 vluchtte de prinselijke familie naar Engeland. Van het vertrek uit Scheveningen bestaan prenten, waarop is te zien hoe dertien zwarte koetsen het strand op komen rijden, met onder meer porselein, portretten, zilver en juwelen, die werden meegenomen op de vlucht. Hieronder moet zich ook een aantal vergelijkbare ringen hebben bevonden. In Engeland leefde het gezin van de prins op Hampton Court, min of meer op kosten van de koninklijke familie.
Ze waren dus afhankelijk van koning George III en koningin Charlotte en hun hofhouding, en het is goed mogelijk dat de prins uit dankbaarheid voor een bewezen dienst een ring met zijn portret aan een hooggeplaatste hoveling of regeringsambtenaar heeft geschonken, die op zijn beurt een functie in Australië kreeg. Per slot van rekening waren het niet alleen gevangenen die naar de andere kant van de wereld werden gezonden. Er moest daar een complete infrastructuur worden opgezet. Wie De fatale kust leest, het epos van Australië door Robert Hughes dat in 2018 verscheen, begrijpt dat daar ook hoge ambtenaren naartoe werden gezonden, alsmede artsen, predikanten en rechters, om slechts enkele beroepsgroepen te noemen.
Verdienstelijk
Uiteindelijk verhuisden prins Willem V en prinses Wilhelmina van Pruisen naar Duitsland, waar hij in 1806 overleed, tijdens een bezoek aan zijn dochter Louise in Brunswijk. Pas in 1958 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar Nederland en herbegraven in de Nieuwe Kerk in Delft, in aanwezigheid van koningin Juliana en prins Bernhard. Koningin Wilhelmina weigerde mee te gaan. Toen haar secretaris Thijs Booy vroeg waarom ze niet ging, antwoordde ze hem: ‘U denkt toch niet dat ik de baar van een sufferd ga volgen!’ Hierbij vergat ze voor het gemak dat ze zelf in 1940 ook was gevlucht. Bovendien was het aan prins Willem V te danken dat ze in 1898 kon worden ingehuldigd met een diadeem dat was vervaardigd van eeuwenoude diamanten uit familiebezit, die door de prins waren veiliggesteld.
In 1784 had hij testamentair laten vastleggen dat bepaalde diamanten en parels ‘… voor altoos geconsidereert worden als juweelen aan het Doorlugtig Huys behorende en dus alleen bezeeten zullen worden door de eerstgeboore Prins’. Hieronder bevond zich ook de enorme diamant van bijna 40 karaat, die in 1690 door koningin Mary werd gekocht en tot het einde van de 19de eeuw bekendstond als de ‘grote diamant’, Vanaf dat moment noemde koningin Wilhelmina hem ‘de Stuart’. Prins Willem V heeft zich dus wel degelijk verdienstelijk gemaakt, met onder andere als gevolg dat koningin Maxima het bewuste diadeem in volle glorie kon dragen tijdens het staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk
Dat ik de ring met het portret van prins Willem V na meer dan tweehonderd jaar en een reis over de wereld heb kunnen terughalen naar Nederland en sindsdien in mijn privécollectie bewaar, beschouw ik niet alleen als een soort plicht, maar ook als historische sensatie.
Martijn Akkerman
Lees ook van Martijn Akkerman, juwelenhistoricus en expert bij het tv programma ‘Tussen Kunst & Kitsch’:
Bekijk ook de collectie van Zilver.nl: