Parijse juwelier maakt betoverende ontwerpen
Inhoudsopgave
Slechts weinig juweliers houden zich tegenwoordig nog bezig met wat de Fransen zo mooi ‘haute joaillerie’ noemen, het met de hand vervaardigen van juwelen. Een uitzondering is Joël Arthur Rosenthal aan de Parijse Place Vendome. Zijn sieraden worden gedragen door een kleine selecte groep vaste klanten, voor een gewone sterveling zijn ze niet te betalen. De manier waarop hij verschillende mineralen combineert doet je de rillingen over de rug lopen.
Camellia bloembroche bezet met robijnen en diamanten gemaakt door JAR uit de collectie van Mrs. Lily Safra, in 2003 geveild bij Christie’s verkocht voor ruim 3,7 miljoen.
Nederlander te calvinistisch voor juwelen
Op het gebied van juwelen heeft Nederland in het verleden nooit een belangrijke rol gespeeld. Afgezien van de streeksieraden van de verschillende klederdrachten waren wij te calvinistisch om met juwelen te pronken. Des te opmerkelijker is het dat juist een aantal hedendaagse Nederlandse sieradenontwerpers internationale faam heeft verworven. Er is echter vaak durf voor nodig om hun ontwerpen te dragen en soms is dat zelfs onmogelijk.
Marijke de Goey, die ook originele vormen voor bruggen, pleinen en treinen bedenkt, ontwierp bijvoorbeeld een springerige draad om in een oor te dragen. Het is een vergulde G-snaar van een viool, die over de schouder krult en op de borst wipt en draait.
En wat te denken van Fred, een ontwerp van Dinie Besems met de titel “String off Beats”. Fred is een gedigitaliseerde stem die een parelcollier voorleest: “0.00.000.00”. De O’s zijn de parels en de pauzes de ruimtes ertussen. Fred bestaat dus niet echt en het parelcollier evenmin. Je kunt het niet omdoen, maar slechts horen en als je het wilt vasthouden heb je alleen een plat kartonnen hoesje in handen met een cd met de stem van Fred.
Op haar website zijn verschillende andere ontwerpen te zien, zoals een klein flesje met de tekst “COCCINELZIDAE”. Dit betekent zevenstippelig lieveheersbeestje, waarin de sekslokstof feromoon voorkomt. Het sieraad is dan de wolk insecten die je bij je draagt als je een druppeltje op je kleding hebt gedaan. Dergelijke ontwerpen hebben de laatste jaren het begrip “sieraad” volledig op zijn kop gezet, want ook al zijn de verwerkte materialen soms kostbaar, het gaat in de eerste plaats om het idee en met het traditionele juweel hebben ze vanzelfsprekend in het geheel niets van doen.
Het traditionele juweel
Het traditionele juweel is de laatste decennia helaas verworden tot een soort eenheidsworst. Zelfs de grote internationale juweliers leggen zich toe op seriematig en dus machinaal vervaardigde juwelen. En hoe herkenbaar deze juwelen van een bepaald huis vaak ook zijn, ze worden in enorme hoeveelheden over de hele wereld verkocht, wat commercieel belangrijk is, maar de exclusiviteit niet ten goede komt. Slechts een enkeling houdt zich tegenwoordig nog bezig met wat de Franse taal zo mooi beschrijft als haute joaillerie, waarbij ontwerp en technische uitvoering minstens even belangrijk zijn.
Broche van Hemmerle, München
Hemmerle
Een voorbeeld hiervan is de juwelier Hemmerle in München, wiens driedimensionale dierfiguren, bezet met kostbare kleurstenen, en andere fantasievolle ontwerpen de laatste decennia terecht worden geëxposeerd op de TEFAF in Maastricht. Maar de meest spraakmakende uitzondering in de afgelopen jaren is de bij het grote publiek nog vrij onbekende juwelier Rosenthal op de Parijse Place Vendôme. Dit schitterende achttiende eeuwse plein met zijn stadspaleizen werd in de loop van de negentiende eeuw een centrum van luxe artikelen. Beroemde couturiers, parfumeurs en juweliers waren hier of in de directe omgeving gevestigd. En ook nu nog kan men er zich behalve aan winkels van Chanel, Guerlain, Charvet en Schiaparelli vergapen aan de etalages van Cartier, Buccellati, Mikimoto, Bulgari, Chaumet, Mauboussin, Reza, Van Cleef & Arpels en Boucheron. Letterlijk vergapen, want men lijkt er te wedijveren om de grootste en mooiste diamanten en kleurstenen, dikwijls gecombineerd met flessen parfum en eau-de-toilette van het eigen huis.
JAR broche uit de collectie van Mrs. Lily Safra, foto Christie’s
JAR
Nummer 7, op een steenworp afstand van het Hôtel Ritz, lijkt slechts te bestaan uit een boogvormige poort met een prachtig verguld metalen Louis XVI bovenlicht, maar zonder enige naamsvermelding. De poort geeft toegang tot een soort cour, waar tussen een aantal bankfilialen een kleine etalage wordt bekroond door het woord JAR’s, gevormd door de initialen van de eigenaar Joël Arthur Rosenthal. Een kleine uitsparing in het geblindeerde venster toont meestal slechts één juweel, maar dat is vrijwel altijd een conversation piece.
Zo lag er ooit een ring met een grote ronde, cabochon geslepen en kersenrode robijn. Iedere andere goudsmid zou zo’n steen in een klassieke entourage van briljanten hebben gezet. Rosenthal plaatste hem op een ringscheen die werd gevormd door het met diamantjes bezette woord “Cérise” in schrijfletters. Een ongewone, maar originele oplossing.
Rosenthal werd in 1943 geboren in New York en studeerde kunstgeschiedenis en filosofie aan de universiteit van Harvard. Hoewel hij eigenlijk schrijver wilde worden, vestigde hij zich in 1977 als juwelier in Parijs, waar de dagelijkse leiding van de zaak in handen is van zijn Zwitserse partner Pierre Jeannet. Hierdoor kan Rosenthal zich volledig richten op het uitwerken van zijn ideeën, die door een klein team van uiterst vakkundige goudsmeden worden uitgevoerd. Rosenthal laat zich inspireren door zijn kunsthistorische achtergrond en zijn liefde voor antieke juwelen. Zo stond de reeds in de zeventiende eeuw bijzonder geliefde druppelvormige pareloorhanger model voor een paar oorhangers, waarvan de ene wordt gevormd door parels en diamanten accenten, terwijl de andere bestaat uit met diamantjes bezette bollen en parel accenten.
[su_row][su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Een andere klassieker sinds het eind van de zeventiende eeuw was de zogenoemde “girandole”, met meestal drie druppelvormige hangers. Dit type oorsieraad bleef tot ver in de negentiende eeuw geliefd en ontleende zijn naam oorspronkelijk aan een drie-armige kandelaar. Rosenthal ontwierp een paar girandoles met een witte en een zwarte oriëntparel, een witte en een blauwe diamant van respectievelijk ruim vijf en ruim zes karaat en een aantal met diamantjes bezette druppels. Geheel in de traditie van de achttiende en negentiende eeuw zijn deze oorhangers vervaardigd van goud en zilver. Dit is een kenmerk van Rosenthal, die slechts in een enkel geval gebruik maakt van witgoud of platina. Bovendien wordt het zilver door hem bewust enigszins geoxideerd, waardoor een extra mysterieus en “oud” effect ontstaat. Deze techniek is ook toegepast bij de met diamantjes bezette plaatjes van een paar oorhangers met omgekeerde hartvormige briljanten, waarvan de vormgeving doet denken aan juwelen uit de Art Déco.
Beroemde clientèle
Joël Arthur Rosenthal vormt een grote uitzondering in de wereld van het juweel. Zijn collega’s van de Place Vendôme zijn voornamelijk bezig met uitbreiding en het zoeken van nieuwe afzetgebieden. Ze vliegen regelmatig naar Abu Dhabi, Brunei, New York of Sao Paulo, om de daar woonachtige nouveaux riches op hun wenken te kunnen bedienen. Hun etalages liggen vol met de meest kostbare juwelen en hun winkels worden bemand door beeldige verkoopsters en gesoigneerde verkopers, die de rijke en dikwijls lastige gasten van het Ritz en het Intercontinental behulpzaam proberen te zijn bij hun keuze.
Rosenthal daarentegen weigert uit te breiden, hij heeft een hekel aan reizen en heeft zelfs nog nooit geadverteerd. Zijn naam staat niet vermeld bij de ingang op de Place Vendôme en zijn bescheiden winkel is slechts te vinden door wie de weg weet. Hij kleedt zich doorgaans in gemakkelijke kleding, zonder das, staat zijn klanten persoonlijk te woord, maar laat ogenblikkelijk merken wanneer iemand hem niet aanstaat. Een kleine selecte groep is de afgelopen twee decennia gaan behoren tot zijn vaste klantenkring. Onder hen is een aantal van de best geklede vrouwen ter wereld, zoals Isabelle d’Ornano, Christiana Brandolini, Marella Agnelli, Mica Ertegun, Jayne Wrightman en prinses Firyal van Jordanië.
Sacha Guitry en Jacqueline Delubac
Jacqueline Delubac
Eén van zijn grootste klanten was wijlen barones Guy de Rothschild, die bekend stond als de “Koningin van Parijs” en een groot kenner was van het na-oorlogse juweel.
Een andere belangrijke klant was de gevierde Franse actrice Jacqueline Delubac (1907-1997). Zij verzamelde haar hele leven moderne kunst, van onder anderen Braque, Léger, Miro en Picasso. Mede door haar tweede huwelijk in 1981 met de Armeense juwelier Myran Eknayan werd haar aandacht nog meer dan voorheen op juwelen gevestigd. Haar smaak was gedurfd en verfijnd en het ligt min of meer voor de hand dat ze Rosenthal adoreerde. Zij kocht bij hem onder andere een collier in de vorm van een slang, bezet met diamanten, saffieren en amethisten. Rechtsboven bevindt zich een geraffineerde sluiting, waardoor het juweel gemakkelijk kan worden omgedaan. De staart van het reptiel buigt zich dan omhoog langs de hals van de draagster, wat in eerste instantie lastig dragen lijkt, maar in de praktijk zit het sieraad als gegoten.
De slang
De slang heeft van oudsher een uitgebreide en zeer complexe en diverse symboliek. Al in de klassieke oudheid was hij onder andere het symbool van wijsheid en een eeuwig leven. Vooral tijdens de negentiende eeuw werden veel slangencolliers gemaakt, bezet met granaten, parels of turkooizen en het moet een dergelijk juweel geweest zijn dat Rosenthal inspireerde. Ook deze slang is gezet in geelgoud en zilver en de vervaardiging nam bijna een jaar in beslag, maar dat is voor bepaalde juwelen van hem niet ongebruikelijk. De slang is als motief tegenwoordig niet zo erg geliefd. Ondanks dat hij een attribuut is van bijvoorbeeld Eva en Salomé, wordt hij over het algemeen als griezelig ervaren, evenals spinnen, wespen en kikkers.
Lees ook het blog: Glinsterende beestjes
Het slangencollier ‘Dudule’ van JAR, foto Christie’s
De natuur als inspiratiebron
Delubac kende deze afkeer niet. Haar slangcollier was zelfs haar lievelingsjuweel en zij noemde het liefkozend “Dudule”. Dudule ontstond mede als gevolg van de hevige interesse van Rosenthal voor de natuur, waarmee hij kan worden vergeleken met een aantal goudsmeden uit het eind van de negentiende eeuw en de Art Nouveau. Een ander mooi voorbeeld hiervan is een grote broche in de vorm van een vlinder, bezet met briljanten, robijnen en rode spinellen, die Jacqueline Delubac bij hem bestelde.
De vorm van deze vlinder is geheel negentiende eeuws, maar de combinatie van de stenen en vooral het gebruik van de rode spinellen is een idee van Rosenthal. In de bovenste vleugels zijn de grote stenen spinellen en de kleinere robijntjes. Omdat het rood van deze twee mineralen onderling verschilt, ontstaat een zeer bijzonder en haast mysterieus effect. Dit effect veroorzaakt bij de geïnteresseerde en aandachtige toeschouwer soms zelfs een lichte schok. Het is of er onwillekeurig een rilling door hem heen gaat. Persoonlijk heb ik dat met name ervaren bij een paar broches, eveneens in de vorm van vlinders. Twee of zelfs meer gelijkvormige broches, die gelijktijdig worden gedragen, kwamen in het verleden regelmatig voor, maar zijn tegenwoordig vrij ongebruikelijk.
[su_row][su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Vlinders van JAR, foto’s Christie’s
Met dit idee wijkt Rosenthal dus al af van zijn collega’s. Maar bovendien heeft hij zichzelf in dit ontwerp overtroffen door het materiaal en kleurgebruik. De vleugels van de gouden en zilveren vlinders zijn bezet met saffieren en amethisten, die beide in kleur variëren van licht naar donker. De lichamen zijn bezet met gekleurde diamanten en de voelsprieten met witte diamanten. Bovendien zijn de vlinders in vorm en kleurverloop op een geraffineerde manier enigszins afwijkend. Ze doen onwillekeurig denken aan de ontwerpen van René Lalique, die ruim honderdtwintig jaar geleden furore maakte.
“Dudule” bracht bijna vier ton op
Voor wat betreft prijs doet Rosenthal overigens niet onder voor zijn grote voorganger. De twee vlinders werden in mei 1999 bij Christie’s in Genève geveild met een geschatte waarde van ruim vijfenveertig duizend euro.
Jour de JAR oorbellen
De meeste ontwerpen van Rosenthal kunnen door het gebruik van de vele kostbare stenen slechts beschouwd worden als avondjuwelen, waarmee hij ook al weer een verband legt met het verleden. Een korte periode heeft hij zich tevens toegelegd op zogenoemde dagjuwelen, die in een gelimiteerde oplage seriematig werden vervaardigd onder de naam “Jour de JAR”. Deze productie is inmiddels gestopt, maar sommige sieraden zijn nog een tijd leverbaar geweest, zoals de gouden oorknoppen, bezet met parels in de vorm van zeepaardjes. Het is vanzelfsprekend dat dergelijke juwelen minder kostbaar zijn. De zeepaardjes brachten echter op een veiling toch nog vijfenveertig honderd euro op.
[su_row][su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
De veilingopbrengsten van JAR sieraden
De laatste decennia komen de juwelen van JAR in toenemende mate voor op veilingen. Zo werden in de veiling “Jewels as Art, A Private Collection” van Christie’s in Genève in mei 1999, elf juwelen van Rosenthal verkocht. En op 18 november 1998 werd, eveneens door Christie’s Genève, de collectie juwelen uit de nalatenschap van Jacqueline Delubac geveild. Hierbij bevonden zich zeven ontwerpen van Rosenthal. De waardering voor zijn sieraden bleek toen al uit de opbrengsten. Zo werd het slangcollier “Dudule” in de catalogus getaxeerd op ruim
37.000 euro, maar het bracht uiteindelijk bijna twee ton op. De oorhangers in Art Déco-stijl kregen een taxatie van bijna 64.000 euro en werden afgehamerd op iets méér dan twee ton. Van de vlinder met robijnen, briljanten en rode spinellen was de verwachting eveneens 64.000 euro. Er bleek een gegadigde te zijn die tweeeneenhalve ton voor dit topjuweel wilde betalen.
Maar het gesprek van de dag werden de girandole oorhangers met hun verschillend gekleurde parels en druppelvormige diamanten in perfect wit en inderdaad ongelofelijk fraai diep-blauw, die in de catalogus met bijna een half miljoen euro redelijk correct leken te zijn getaxeerd. Ze brachten zonder moeite bijna drie maal zo veel op.
[su_row][su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column] [su_column size=”1/3″ center=”no” class=“”]
[/su_column][/su_row]
Deze opbrengsten getuigen van de bewondering voor het werk van Rosenthal, die in de juwelenliteratuur de grootste juwelier van de jaren negentig van de 20ste eeuw wordt genoemd en terecht wordt vergeleken met bijvoorbeeld Peter Carl Fabergé en René Lalique. En net als zij dat honderdtwintig jaar geleden deden, heeft Rosenthal ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het juweel bij het begin van de 21ste eeuw.
Klaas Martijn Akkerman is iuwelenhistoricus
Lees ook:
Alles voor de koninklijke clientèle
Bekijk ook de collectie van Zilver.nl: