Bang om op te vallen is de Deense koningin Margrethe zeker niet. Dat blijkt duidelijk uit haar kledingkeuze, maar zeker ook uit haar voorliefde voor bijzondere juwelen. En daarin verwijst ze regelmatig naar haar naam.
Van alle Europese vorstinnen is koningin Margrethe van Denemarken één van de meest opmerkelijke. Een vrouw met een eigenzinnig karakter en een uitgesproken smaak, die zich zelden iets laat voorschrijven. Zo rookt de koningin altijd in het openbaar, zelfs in aanwezigheid van haar kleinkinderen, en draagt ze vooral ’s winters regelmatig bont. Haar enorme stola van zilvervos is inmiddels iconisch en wordt door haar dikwijls gecombineerd met enigzins theatrale kleding, waarmee ze haar gevoel voor drama laat zien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vorstin enige vermaardheid geniet met het ontwerpen van toneelkostuums. De kleur beige is aan haar niet echt besteed, integendeel: al te brave types in haar omgeving noemt ze minzaam ‘een beetje beige’, wat dan geen compliment is.
Madeliefjes
Inhoudsopgave
Uit haar keuze van juwelen blijkt emotie, en betrokkenheid bij verleden en heden. Koningin Margrethe heeft de beschikking over een prachtige collectie juwelen, bestaande uit haar persoonlijke eigendom en kostbaarheden die tot het Deense onvervreemdbare bezit behoren. Tot die laatste behoren ook juwelen die permanent tentoongesteld liggen in het Slot Rosenborg in het centrum van Kopenhagen. De vorstin is zeer goed op de hoogte van het historisch belang van deze verzameling en deed ooit in een interview de opmerkelijke uitspraak: ‘Ik tel geen karaten, ik tel eeuwen.’
Tot haar lievelingsjuwelen behoren de exemplaren die bezet zijn met parels, waaronder de parure van prinses Louise van Pruisen, die in 1825 trouwde met de Nederlandse prins Frederik. De keuze voor deze juwelen en andere parels is, naast persoonlijke smaak, een voor de hand liggende: het Griekse woord voor parel is margaritari.
Er zijn nog meer juwelen die de naam van koningin symboliseren. Een variant van de margriet is immers het madeliefje, in het Engels ‘daisy’. Dat is tevens de koosnaam van de Deense koningin, en van haar grootmoeder, de Engelse Margaret van Connaught (1882-1920). Deze kleindochter van koningin Victoria, in Scandinavie Margareta genoemd, werd in 1905 de eerste echtgenote van de latere Zweedse koning Gustaf VI Adolf. Hun dochter Ingrid trouwde in 1935 met een Deense kroonprins Frederik en werd vijf jaar later moeder van de huidige koningin. Ter gelegenheid van haar huwelijk werd voor Ingrid een broche in de vorm van een madelief gemaakt met diamanten uit het bezit van haar moeder. Ze droeg het juweel tijdens de trouwdag en bij aankomst in haar nieuwe vaderland Denemarken.
Ook bij latere belangrijke momenten was het juweel een dierbaar aandenken aan haar moeder. In juni 1967 leende ze de broche uit aan haar dochter Margrethe ter gelegenheid van haar huwelijk met prins Hendrik. Kort voor haar overlijden gaf koningin Ingrid het juweel als verjaarsgeschenk definitief aan haar dochter, die daarover ooit zei: ‘Toen ik zestig werd, op mijn verjaardag, mijn moeder was kort daarvoor negentig geworden, gaf ze mij haar madeliefbroche. Ik moet zeggen dat dit gebaar mij buitengewoon ontroerde. De broche betekent heel veel voor mij, in de eerste plaats omdat hij van mijn moeder was, maar ook omdat ik hem op mijn trouwdag mocht dragen. En ten slotte omdat ik hem kreeg voor mijn zestigste verjaardag, dat was heel bijzonder.’ Sinds die tijd draagt koningin Margrethe de broche bij veel belangrijke gelegenheden. Het is duidelijk een van haar meest geliefde kostbaarheden.
Lievelingssteen turkoois
Een tweede juweel met het motief van de madelief is een diadeem dat eveneens door Margaret van Connaught werd gedragen en waarvan de geschiedenis mogelijk terug gaat tot Catharne de Grote. Dit juweel is bezet met diamanten en turkooizen en kan ook gedragen worden als armband. Het wordt dikwijls gecombineerd met de 19de-eeuwse juwelen met turkoois, zoals de oorhangers en drie broches die ook als hangers aan een collier kunnen worden bevestigd.
De turkoois behoort tot de lievelingsstenen van de Deens vorstin. Ze is ook in het bezit van een broche met turkoois en vier diamanten die als huwelijksgeschenk diende van Hertogin van Devonshire aan Margaret van Connaught. Dit juweel staat in de familie dan ook bekend als de Devonshire-broche. Daarnaast draagt de koningin regelmatig moderne juwelen met turkooizen, die waarschijnlijk uit de eigen collectie afkomstig zijn.
In 2000 vervaardigde de Deense goudsmid Torben Hardenberg in haar opdracht een broche in de vorm van een hert en godin van de jacht Diana, bezet met drie grote turkooizen van topkwaliteit. Deze broche kan ook aan een collier worden gehangen en wordt vaak combineert met bijpassende oorhangers met afneembare pendanten.
Spraakmakend
De opmerkelijke eigen smaak in haar juwelenkeuze komt ook tot uitdrukking in een juweel, dat zij in 1976 bestelde bij de Deens goudsmid Arje Griegst. Aan het ontwerp van dit ‘diadeem’, bestaande uit enkele gouden klaprozen, leverde zij zelf een belangrijke bijdrage. Het resultaat was een bijzonder, maar ook spraakmakend juweel, dat de laatste jaren helaas niet meer wordt gedragen.
Aan een kam om in het haar te bevestigen zijn zeven gouden klaprozen gemonteerd, die bezet zijn met parels, diamantjes, opalen en maansteentjes als dauwdruppels en kleine insecten. Ooit ging het verhaal dat er ook nog lampjes in konden branden om het effect te verhogen, maar hiervoor is nooit bewijs gevonden. Wel hoort bij dit haarsieraad een paar bijpassende oorhangers.
Naasut-diadeem
Een iets minder vreemd, maar toch wel spraakmakend juweel is het zogenoemde Naasut-diadeem dat de vorstin in 2012 van Groenland als geschenk kreeg voor haar 40-jarige regeringsjubileum. Het goud, gevonden op Groenland en gebruikt voor herdenkingsmunten, werd verwerkt tot een boeket bloemen: het Groenlanse naasut betekent bloemen. Dit boeket is in overleg met de artistiek begaafde koningin omgevormd tot een diadeem en een paar bijpassende oorhangers. Het juweel kan overigens helemaal uit elkaar, en dan worden gedragen als twee haarspelden en verschillende broches.
De eerste keer dat ze het diadeem droeg, was tijdens het traditionele nieuwjaarsbanket in 2013, één van de meest formele gelegenheden van het Deense jaar, waaruit blijkt dat de koningin aan dit juweel zeer speciale waarde hecht. Emotie blijkt ook uit andere juwelen die deze koningin bij bijzondere gelegenheid gekregen heeft. Zo ontving ze ter gelegenheid van haar 75ste verjaardag in 2015 een moderne vierkante gouden broche, bezet met acht kleine diamanten, als geschenk van de stad Aarhus. Dit juweel is een afbeelding van de stadsplattegrond.
Tijdens de verjaardagsviering in dezelfde stad droeg ze ’s avonds deze broche, overdag koos ze voor de broche en oorknoppen die ze vijf jaar geleden kreeg van haar Hofjachtmeester. Deze juwelen lijken bezet te zijn met druiven van granaat of een ander rood gesteente en zouden verwijzen naar de wijngaard in Cahors, waar de koningin en de prins van het Kasteel van Caix bezitte. Bij nadere beschouwing blijkt het hier te gaan om een niet bij elkaar horende demi-parure. De oorknoppen zijn waarschijnlijk nieuw, en speciaal gezocht of gemaakt bij de antieke broche, waarin de oorspronkelijke glazen druiven zijn vervangen door rode stenen. De broche is ontegenzeggelijk een ontwerp van de Franse juwelier Fronseque et Olive en vervaardigd in 1889 naar model van de druif Chasselas de Fontainebleau. De broche bestond in meerdere uitvoeringen met twee, drie of vier druiven, uitgevoerd in groen of paars glas, terwijl het gouden takje altijd bezet is met kleine diamantjes. Ook dit juweel is tot de favoriete kostbaarheden van de Deense vorstin gaan behoren en maakt daarmee onderdeel uit van één van de meest opmerkelijkste juwelencollecties aan de Europese hoven.
Lees ook: